Vreemdelingenwet 2000 (VW)


Hoofdstuk 6

Vertrek, uitzetting en overdracht, inreisverbod en ongewenstverklaring

Afdeling 1

Vertrek

Artikel 61 1 De vreemdeling die niet of niet langer rechtmatig verblijf heeft, dient Nederland uit eigen beweging te verlaten binnen de in artikel 62 bepaalde termijn.
2 Indien de werking van de beschikking, waarbij de aanvraag is afgewezen of de verblijfsvergunning is ingetrokken, is opgeschort, kan van de vreemdeling medewerking worden gevorderd aan de voorbereiding van het vertrek uit Nederland.
3 Het indienen van een klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht schort de verplichting, bedoeld in het eerste lid, niet op.

Artikel 62 1 Nadat tegen de vreemdeling een terugkeerbesluit is uitgevaardigd dan wel, indien het een gemeenschapsonderdaan betreft, nadat het rechtmatig verblijf van de vreemdeling is geëindigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.
2 Onze Minister kan de voor een vreemdeling geldende termijn, bedoeld in het eerste lid, verkorten, dan wel, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat een vreemdeling Nederland onmiddellijk moet verlaten, indien:
a. een risico bestaat dat de vreemdeling zich aan het toezicht zal onttrekken;
b. de aanvraag van de vreemdeling tot het verlenen van een verblijfsvergunning of tot het verlengen van de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning is afgewezen als kennelijk ongegrond of wegens het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens; of
c. de vreemdeling een gevaar vormt voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de nationale veiligheid.
3 Onze Minister kan de voor een vreemdeling geldende termijn, bedoeld in het eerste lid, verlengen, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het individuele geval. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de duur van de verlenging en worden de gevallen aangewezen waarin de termijn kan worden verlengd.

Artikel 62a 1 Onze Minister stelt de vreemdeling, niet zijnde gemeenschapsonderdaan, die niet of niet langer rechtmatig verblijf heeft, schriftelijk in kennis van de verplichting Nederland uit eigen beweging te verlaten en van de termijn waarbinnen hij aan die verplichting moet voldoen, tenzij:
a. reeds eerder een terugkeerbesluit tegen de vreemdeling is uitgevaardigd en aan de daaruit voortvloeiende terugkeerverplichting niet is voldaan,
b. de vreemdeling in bezit is van een door een andere lidstaat afgegeven geldige verblijfsvergunning of andere toestemming tot verblijf, of
c. de vreemdeling door een andere lidstaat van de Europese Unie wordt teruggenomen op grond van een op 13 januari 2009 geldende bilaterale of multilaterale overeenkomst of regeling.
2 De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geldt als terugkeerbesluit en kan tevens een inreisverbod inhouden.
3 De vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt opgedragen zich onmiddellijk naar het grondgebied van de betrokken lidstaat te begeven. Indien dit bevel niet wordt nageleefd of indien om redenen van openbare orde of nationale veiligheid het onmiddellijke vertrek van vreemdeling is vereist, wordt tegen de vreemdeling een terugkeerbesluit uitgevaardigd.

Artikel 62b 1 Onze Minister stelt de vreemdeling die kan worden overgedragen op grond van de Dublinverordening schriftelijk in kennis van het besluit om hem over te dragen aan de verantwoordelijke lidstaat.
2 De kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, geldt als een overdrachtsbesluit.

Artikel 62c 1 Nadat tegen de vreemdeling een overdrachtsbesluit is uitgevaardigd, dient hij Nederland uit eigen beweging binnen vier weken te verlaten.
2 Artikel 62, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
3 Onze Minister kan, in afwijking van het eerste en tweede lid, de voor een vreemdeling geldende termijn verkorten dan wel bepalen dat een vreemdeling Nederland onmiddellijk moet verlaten, indien dit noodzakelijk is ten behoeve van het realiseren van de overdracht binnen zes maanden na het akkoord van de verantwoordelijke lidstaat.
4 Het rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, onder m, eindigt van rechtswege nadat de vreemdeling Nederland kennelijk uit eigen beweging heeft verlaten, dan wel de feitelijke overdracht is gerealiseerd.