Vreemdelingenwet 2000 (VW)


Artikel 106 1 Indien de rechtbank de opheffing van een maatregel strekkende tot vrijheidsontneming of -beperking beveelt, dan wel de vrijheidsontneming of -beperking reeds voor de behandeling van het verzoek om opheffing van die maatregel wordt opgeheven, kan zij aan de vreemdeling een vergoeding ten laste van de Staat toekennen. Onder schade is begrepen het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. De artikelen 534 en 536 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing. Indien de vreemdeling na het indienen van zijn verzoek is overleden, geschiedt de toekenning ten behoeve van zijn erfgenamen.
2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing, indien de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de opheffing van de maatregel strekkende tot vrijheidsontneming of -beperking beveelt.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2020 wijziging Stb 2017 82 (pdf) 34086 MvT (web) MvT (pdf)
Stb 2019 504 (pdf) 35311 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2013 wijziging Stb 2013 50 (pdf) 32621 MvT (web) MvT (pdf)
01-05-2004 wijziging Stb 2004 50 (pdf) 29217 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2003 wijziging Stb 2003 269 (pdf) 28630 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2001 nieuwe-regeling Stb 2000 495 (pdf) 26732 MvT (web) MvT (pdf)