Uitvoeringswet internationale kinderbescherming


Artikel 21 1 Heeft de partij tegen wie de tenuitvoerlegging zich richt woonplaats in Nederland, dan kan de in artikel 20 bedoelde executoriale titel niet dan na verloop van een maand na betekening, als bedoeld in artikel 55 van de verordening, tegen die partij ten uitvoer worden gelegd.
2 Heeft de partij tegen wie de tenuitvoerlegging zich richt geen woonplaats in Nederland, dan kan de in artikel 20 bedoelde executoriale titel niet dan na verloop van twee maanden na betekening, als bedoeld in artikel 55 van de verordening, tegen die partij ten uitvoer worden gelegd.
3 De voorzieningenrechter van de rechtbank kan, indien daartoe gronden aanwezig zijn, de in het eerste en tweede lid genoemde termijn inkorten op verzoek van de partij die de executoriale titel ten uitvoer wil leggen. Dit verzoek wordt door tussenkomst van een advocaat ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen wiens rechtsgebied de persoon tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd of het kind waarop het verzoek betrekking heeft, gewone verblijfplaats heeft dan wel binnen wiens rechtsgebied de tenuitvoerlegging dient plaats te vinden. De partij tegen wie de tenuitvoerlegging zich richt, wordt op dit verzoek niet gehoord. Tegen de beschikking van de voorzieningenrechter staat geen hoger beroep open.
4 Bij toepassing van het derde lid vermeldt het exploot van de gerechtsdeurwaarder waarmee het certificaat wordt betekend, bedoeld in artikel 55 van de verordening, het door de voorzieningenrechter verleende verlof voor verkorting van de termijn.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-08-2022 wijziging Stb 2022 72 (pdf) 35888 MvT (web) MvT (pdf)
01-05-2006 nieuwe-regeling Stb 2006 123 (pdf) 29980 MvT (web) MvT (pdf)