Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (UHW)
Artikel 12a 1 In geval van een verzoek als bedoeld in artikel 7:248, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek doet de huurcommissie uitspraak over de redelijkheid van de huurprijsverhoging die volgt uit het in het derde lid van dat artikel bedoelde beding. De huurcommissie toetst de huurprijsverhoging aan het krachtens artikelĀ 10, derde of vierde lid, geldende maximale huurverhogingspercentage dan wel artikel 10a, tweede lid. De huurcommissie vermeldt in de uitspraak de ingangsdatum van de huurprijsstijging, zijnde de uit de huurovereenkomst voortvloeiende datum, alsmede tot welke huurprijs toepassing van de tweede zin leidt.
2 In het geval van een verzoek als bedoeld in het eerste lid dat betrekking heeft op een middeldure huurwoonruimte als bedoeld in artikel 1 van de Huisvestingswet 2014 is artikelĀ 13, vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
Aanhangig | 35782 | MvT (web) MvT (pdf) | ||
01-05-2024 | vervallen | Stb 2021 194 (pdf) | 35488 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-05-2021 | nieuw | Stb 2021 194 (pdf) | 35488 | MvT (web) MvT (pdf) |