Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (UHW)


Artikel 10 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven voor de waardering van de kwaliteit van een woonruimte, van de redelijkheid van de huurprijs en van wijziging daarvan, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen woonruimte waarvoor de eigenaar een voor die woonruimte, overeenkomstig de op grond van artikel 4.3, eerste lid, aanhef en onder a, in samenhang met artikel 4.20, aanhef en onder f, van de Omgevingswet gegeven regels omtrent de energieprestatie van gebouwen, afgegeven energieprestatiecertificaat aan de huurder heeft verstrekt of indien dat niet het geval is daartoe op grond van die regels wel verplicht was, en onderscheid kan worden gemaakt tussen woonruimte waarvoor voor die woonruimte een WOZ-waarde is vastgesteld op grond van artikel 17 van de Wet waardering onroerende zaken en woonruimte waarvoor dat niet het geval is, en overige woonruimte.
2 Bij ministeriële regeling wordt het percentage dan wel het bedrag van de maximale huurverhoging vastgesteld, mede aan de hand van:
a. het gegeven of het huishoudinkomen over het peiljaar of het inkomenstoetsjaar van de op het tijdstip van de in het voorstel tot verhoging van de huurprijs genoemde ingangsdatum in de woonruimte wonende huurder en overige bewoners:
1°. niet hoger is dan € 52.753 indien het huishouden bestaat uit de huurder, dan wel niet hoger is dan € 61.046 indien het huishouden bestaat uit de huurder en een of meer overige bewoners,
2°. hoger is dan € 52.753 doch niet hoger dan € 62.191 indien het huishouden bestaat uit de huurder, dan wel hoger is dan € 61.046 doch niet hoger dan € 82.921 indien het huishouden bestaat uit de huurder en een of meer overige bewoners,
3°. hoger is dan € 62.191 indien het huishouden bestaat uit de huurder, dan wel hoger is dan € 82.921 indien het huishouden bestaat uit de huurder en een of meer overige bewoners;
b. de geldende huurprijs, en
c. het gegeven of die woonruimte een zelfstandige woning vormt.
Bij ministeriële regeling worden de bedragen, genoemd in onderdeel a, met ingang van 1 januari van elk jaar gewijzigd met het percentage waarmee per 1 januari van het peiljaar het bedrag, genoemd in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag is gewijzigd.
3 Het maximale huurverhogingspercentage voor huurovereenkomsten als bedoeld in de artikelen 7:247 en 7:247a van het Burgerlijk Wetboek in enig jaar is gelijk aan:
a. (het gemiddelde van de prijsindexcijfers van de maanden december t-2 tot en met november t-1) / (het gemiddelde van de prijsindexcijfers van de maanden december t-3 tot en met november t-2) vermeerderd met één procentpunt, waarbij de prijsindexcijfers de cijfers uit de «Consumentenprijsindex Alle Huishoudens» van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn en de gemiddelde prijsindexcijfers worden berekend uit de prijsindexcijfers vermeld in het nummer van het Statistisch Bulletin, waarin het indexcijfer van november t-1 respectievelijk november t-2, al dan niet voorlopig, wordt gepubliceerd, dan wel, indien dat leidt tot een lager percentage;
b. (het gemiddelde van de CAO-loonindexcijfers van de maanden december t-2 tot en met november t-1) / (het gemiddelde van de CAO-loonindexcijfers van de maanden december t-3 tot en met november t-2) waarbij de CAO-loonindexcijfers de cijfers uit de «CAO-loonindex Alle Economische Activiteiten, Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen» van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn en de gemiddelde loonindexcijfers worden berekend uit de CAO-loonindexcijfers vermeld in het nummer van het Statistisch Bulletin, waarin het indexcijfer van november t-1 respectievelijk november t-2, al dan niet voorlopig, wordt gepubliceerd, vermeerderd met één procentpunt.
4 Het maximale huurverhogingspercentage voor huurovereenkomsten die betrekking hebben op middeldure huurwoonruimte als bedoeld in artikel 1 van de Huisvestingswet 2014 in enig jaar is gelijk aan (het gemiddelde van de CAO-loonindexcijfers van de maanden december t-2 tot en met november t-1) / (het gemiddelde van de CAO-loonindexcijfers van de maanden december t-3 tot en met november t-2) waarbij de CAO-loonindexcijfers de cijfers uit de «CAO-loonindex Alle Economische Activiteiten, Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen» van het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn en de gemiddelde loonindexcijfers worden berekend uit de CAO-loonindexcijfers vermeld in het nummer van het Statistisch Bulletin, waarin het indexcijfer van november t-1 respectievelijk november t-2, al dan niet voorlopig, wordt gepubliceerd, vermeerderd met één procentpunt.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 35782 MvT (web) MvT (pdf)
01-05-2024 wijziging Stb 2021 194 (pdf) 35488 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2023 wijziging Stb 2022 527 (pdf) 36218 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2022 wijziging Stb 2022 152 (pdf) 35408 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2022 wijziging Stb 2021 167 (pdf) 35518 MvT (web) MvT (pdf)
Stb 2021 425 (pdf) 35517 MvT (web) MvT (pdf)
01-05-2021 wijziging Stb 2021 194 (pdf) 35488 MvT (web) MvT (pdf)
13-06-2018 wijziging Stb 2018 106 (pdf) 34852 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2017 wijziging Stb 2017 25 (pdf) 34468 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2017 wijziging Stb 2016 158 (pdf) 34373 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2016 wijziging Stcrt 2015 41795
01-01-2015 wijziging Stcrt 2014 37003
29-11-2014 wijziging Stb 2014 458 (pdf) 33951 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2014 wijziging Stcrt 2013 34760
16-03-2013 wijziging Stb 2013 89 (pdf) 33129 MvT (web) MvT (pdf)
10-03-2012 wijziging Stb 2012 89 (pdf) 33102 MvT (web) MvT (pdf)
01-07-2011 wijziging Stb 2011 191 (pdf) 32302 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2010 wijziging Stb 2010 28 (pdf) 31903 MvT (web) MvT (pdf)
01-08-2003 nieuwe-regeling Stb 2002 589 (pdf) 26090 MvT (web) MvT (pdf)