Uitvoeringswet grondkamers (Uw gk)


Artikel 3 1 Wij benoemen en ontslaan de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de leden, de secretaris alsmede de plaatsvervangende leden en de plaatsvervangende secretarissen.
2 De leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd voor de tijd van vijf jaren. Zij zijn bij hun aftreden opnieuw benoembaar. Op eigen verzoek kunnen zij door Ons worden ontslagen.
3 Voor de benoeming van een lid of van een plaatsvervangend lid maakt de grondkamer een aanbeveling op.
4 Bij de benoeming van de leden en de plaatsvervangende leden dragen Wij zorg, dat in de grondkamer het belang van de pachters, noch dat van de verpachters overheerst.
5 De in het eerste lid bedoelde personen worden voor de aanvang hunner bediening beëdigd.
6 Bij het bereiken van de ouderdom van zeventig jaren wordt aan de voorzitter, de plaatsvervangende voorzitter, de leden en plaatsvervangende leden ontslag verleend met ingang van de eerstvolgende maand.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-07-2012 wijziging Stb 2012 165 (pdf) 33166 MvT (web) MvT (pdf)
01-09-2007 nieuwe-regeling Stb 2007 164 (pdf) 30833 MvT (web) MvT (pdf)