Uitleveringswet (UW)


Artikel 51 1 In gevallen waarin zulks bij een verdrag is bepaald, kan Onze Minister toestaan dat personen die in Nederland rechtens van hun vrijheid zijn beroofd, tijdelijk ter beschikking worden gesteld van de autoriteiten van een andere staat voor het afleggen van een verklaring als getuige, of voor confrontatie.
2 Voor zover het verdrag niet anders bepaalt, is de instemming van de tijdelijk ter beschikking te stellen persoon vereist.
3 Onze Minister staat de tijdelijke terbeschikkingstelling niet toe, indien deze is verzocht ten behoeve van een op het grondgebied van een andere staat ingesteld strafrechtelijk onderzoek, dat betrekking heeft op feiten, waarvoor krachtens artikel 9 of 10 geen uitlevering mogelijk is.
4 Ondergaat de betrokkene in Nederland een vrijheidsstraf, dan komt de tijd gedurende welke hij ter beschikking van de autoriteiten van de andere staat is, in mindering op zijn straftijd.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
16-12-1981 wijziging Stb 1981 683 (pdf) 15965 MvT (pdf)
03-04-1967 nieuwe-regeling Stb 1967 139 (pdf) 8054 MvT (pdf)