Uitleveringswet (UW)


Artikel 47 1 De rechtbank beslist bij haar uitspraak omtrent het verzoek tot uitlevering tevens over de afgifte, dan wel de teruggave, van de in beslag genomen voorwerpen. Afgifte van die voorwerpen aan de autoriteiten van de verzoekende staat kan alleen worden bevolen voor het geval van inwilliging van het verzoek tot uitlevering.
2 Met het oog op mogelijke rechten van derden kan de rechtbank ten aanzien van bepaalde voorwerpen beslissen, dat afgifte aan de autoriteiten van de verzoekende staat slechts mag geschieden onder het beding, dat die voorwerpen onmiddellijk zullen worden teruggezonden nadat daarvan het voor de strafvordering nodige gebruik zal zijn gemaakt.
3 Het bepaalde bij en krachtens de artikelen 116 tot en met 119, 552a en 552c tot en met 552e van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing. In plaats van het volgens die bepalingen bevoegde gerecht treedt de rechtbank tot welke de in artikel 23, eerste lid, van deze wet bedoelde vordering is gericht, dan wel - zo die vordering niet is gedaan - de rechtbank van het arrondissement waarin de voorwerpen in beslag genomen zijn. Zijn de voorwerpen in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in beslag genomen, dan is de rechtbank Amsterdam bij uitsluiting bevoegd.
4 In geval van uitlevering overeenkomstig de bepalingen van afdeling E van hoofdstuk III beslist de officier van justitie over de afgifte, dan wel de teruggave, van de in beslag genomen voorwerpen, behoudens de bevoegdheden van de rechtbank krachtens het vorige lid.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2013 wijziging Stb 2012 313 (pdf) 32891 MvT (web) MvT (pdf)
10-10-2010 wijziging Stb 2010 350 (pdf) 31959 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1996 wijziging Stb 1995 254 (pdf) 23692 MvT (pdf)
03-04-1967 nieuwe-regeling Stb 1967 139 (pdf) 8054 MvT (pdf)