Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN)


Artikel 6a 1 De in artikel 6, derde lid, bedoelde bevestiging wordt geweigerd indien de vreemdeling als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder e, een andere nationaliteit bezit en niet het mogelijke heeft gedaan om die nationaliteit te verliezen dan wel niet bereid is het mogelijke te zullen doen om, na de totstandkoming van de bevestiging, die nationaliteit te verliezen, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden verlangd.
2 Het eerste lid is niet van toepassing op
a. de vreemdeling die onderdaan is van een Staat die Partij is bij het op 2 februari 1993 te Straatsburg tot stand gekomen Tweede Protocol tot wijziging van het Verdrag betreffende de beperking van gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van meervoudige nationaliteit (Trb. 1994, 265);
b. de vreemdeling die in Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten is geboren en daar ten tijde van de verklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap zijn hoofdverblijf heeft;
c. de vreemdeling die gehuwd is met een Nederlander;
d. de vreemdeling die in Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten erkend is als vluchteling.
3 De autoriteit, bedoeld in artikel 6, derde lid, beoordeelt of de vreemdeling heeft voldaan aan het vereiste, genoemd in het eerste lid, of dat de vreemdeling een beroep toekomt op een van de uitzonderingen, genoemd in het tweede lid. Indien dit het geval is en ook aan de overige vereisten is voldaan, bevestigt zij schriftelijk de verkrijging van het Nederlanderschap.
4 De autoriteit vraagt advies aan Onze Minister indien de vreemdeling stelt dat afstand van zijn andere nationaliteit redelijkerwijs niet kan worden verlangd. De autoriteit deelt de vreemdeling mee dat Onze Minister om advies is verzocht en binnen welke termijn op de optie zal worden besloten.
5 De autoriteit besluit na de ontvangst van het advies van Onze Minister schriftelijk op de verkrijging van het Nederlanderschap.
6 De beslistermijn als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, wordt met vier weken verlengd, indien de autoriteit Onze Minister verzoekt om advies, bedoeld in het vierde lid.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
Aanhangig 34632 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2020 wijziging Stb 2020 1 (pdf) 35206 MvT (web) MvT (pdf)
10-10-2010 wijziging Stb 2010 339 (pdf) 32186 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-2010 nieuw Stb 2010 242 (pdf) 31813 MvT (web) MvT (pdf)