Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN)
Artikel 20 1 Indien in enige voor een rechterlijke instantie in Nederland, onderscheidenlijk Aruba, Curaçao of Sint Maarten, aanhangige zaak onzeker is of een bij de zaak belanghebbende al dan niet het Nederlanderschap bezit of op een vroeger tijdstip bezat, kan de rechter terzake het advies van Onze Minister, onderscheidenlijk van Onze Minister van Justitie van Aruba, van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten, vragen.
2 Indien in enig administratief beroep in Nederland, onderscheidenlijk Aruba, Curaçao en Sint Maarten, ingesteld een in het vorige lid bedoelde onzekerheid bestaat, houdt die instantie de behandeling van de zaak aan en vraagt zij terzake het advies van Onze Minister, onderscheidenlijk van Onze Minister van Justitie van Aruba, van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten.
3 De behandeling van de zaak wordt terstond hervat zodra het in de vorige leden bedoelde advies is ontvangen.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
10-10-2010 | wijziging | Stb 2010 339 (pdf) | 32186 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-1994 | wijziging | Stb 1993 692 (pdf) | 23252 | MvT (pdf) |
01-10-1986 | nieuwe-regeling | Stb 1984 628 (pdf) | 16947 | MvT (pdf) |
01-01-1986 | wijziging | Stb 1985 660 (pdf) | 19112 | MvT (pdf) |