Rijksoctrooiwet 1995 (ROW 1995)


Artikel 40 1 Indien het bureau van oordeel is, dat het geheim blijven van de inhoud van een octrooiaanvrage in het belang van de verdediging van het Koninkrijk of zijn bondgenoten kan zijn, maakt het dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na de indiening van de aanvrage bekend. Onze Minister van Defensie kan ten aanzien van de beoordeling van de vraag, of zodanig belang aanwezig kan zijn, aanwijzingen geven aan het bureau.
2 Tegelijk met de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid zendt het bureau afschrift van het besluit en van de tot de aanvrage behorende beschrijving en tekeningen aan Onze genoemde minister.
3 Ingeval het eerste lid toepassing vindt, wordt de inschrijving in het octrooiregister van de aanvrage opgeschort.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
20-11-1998 wijziging Stb 1998 632 (pdf) 25872 MvT (web) MvT (pdf)
29-12-1995 wijziging Stb 1995 668 (pdf) 24457 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-1995 nieuwe-regeling Stb 1995 51 (pdf) 22604 MvT (pdf)