Penitentiaire maatregel (PM)


Hoofdstuk 6

Geestelijke verzorging

Artikel 24 1 Bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn een hoofd boeddhistische geestelijke verzorging, een hoofd hindoeïstische geestelijke verzorging, een hoofd islamitische geestelijke verzorging, een hoofdrabbijn, een hoofdpredikant, een hoofdaalmoezenier en een hoofd humanistische geestelijke verzorging aangesteld. Zij treden op als vertegenwoordiging van de zendende instanties en dienen Onze Minister gevraagd en ongevraagd van advies omtrent de geestelijke verzorging in de inrichtingen.
2 De hoofden zijn in ieder geval belast met het doen van voordrachten voor aanstelling van geestelijk verzorgers behorende tot hun gezindte of levensovertuiging.

Artikel 25 Aan een inrichting zijn geestelijk verzorgers van verschillende godsdiensten of levensovertuigingen verbonden, doch in elk geval geestelijk verzorgers van boeddhistische, hindoeïstische, islamitische, joodse, protestantse en rooms-katholieke gezindte en geestelijk verzorgers van het humanistisch verbond.

Artikel 26 De aanstelling van een geestelijk verzorger van boeddhistische, hindoeïstische, islamitische, joodse, protestantse of rooms-katholieke gezindte of een geestelijk verzorger behorend tot het humanistisch verbond geschiedt door of vanwege Onze Minister op voordracht van de betrokken hoofdgeestelijke, genoemd in artikel 24, eerste lid.

Artikel 27 Een andere geestelijk verzorger dan de in artikel 25 genoemde kan door de directeur toegang worden verleend tot de inrichting. De directeur neemt deze beslissing niet dan na overleg met Onze Minister.