Hoofdstuk 5a
Toezicht op telefoongesprekken
Artikel 23a 1 Telefoongesprekken die in verband met het toezicht, bedoeld in artikelĀ 39, tweede lid, van de wet worden opgenomen, worden bewaard voor een periode van ten hoogste vier maanden.2 Na het verstrijken van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt een opgenomen telefoongesprek gewist.
3 Indien bij de uitoefening van het toezicht blijkt dat een telefoongesprek met een persoon als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de wet is opgenomen, wordt dit opgenomen gesprek terstond gewist.
4 De gedetineerde wordt van het opnemen van het telefoonverkeer op de hoogte gesteld.
5 Opgenomen telefoongesprekken worden slechts verstrekt aan derden die ingevolge de uitvoering van hen bij of krachtens de wet opgedragen taken, tot kennisneming daarvan bevoegd zijn.
6 De verstrekking, bedoeld in het vijfde lid, kan slechts geschieden in verband met:
a. de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting;
b. de bescherming van de openbare orde of nationale veiligheid;
c. de voorkoming of opsporing van strafbare feiten;
d. de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven.