Penitentiaire maatregel (PM)


Hoofdstuk 4b

Detentie- en re-integratieplan

Artikel 20c Onze Minister kan nadere regels stellen over de inrichting van het detentie- en re-integratieplan, bedoeld in artikel 18a van de wet.

Artikel 20d 1 Voor zover dit noodzakelijk is ten behoeve van het vaststellen, aanpassen en uitvoeren van het detentie- en re-integratieplan van de gedetineerde kunnen gegevens, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid, over de essentiële voorwaarden voor deelname aan het maatschappelijk leven aan elkaar worden verstrekt door de directeur, de reclassering en het college.
2 De in het eerste lid bedoelde gegevens betreffen:
a. persoonsidentificerende gegevens:
1°. de geslachtsnaam;
2°. voornamen;
3°. adres;
4°. geboorteplaats en geboortedatum;
5°. nationaliteit;
6°. persoonsidentificerende nummers.
b. de datum van aanvang van de vrijheidsbeneming en van de invrijheidstelling.
c. de vaststelling dat de gedetineerde al dan niet beschikt over een geldig identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht en, indien hij over een dergelijk document beschikt, wat daarvan de geldigheidsduur is.
d. het behoud of het verkrijgen van huisvesting of onderdak na detentie, zoals:
1°. de inschrijving als woningzoekende;
2°. de woonsituatie vóór detentie;
3°. het bestaan van een betalingsachterstand bij een huurovereenkomst.
e. het verkrijgen van een inkomen uit betaald werk of uitkering na detentie, zoals:
1°. het arbeidsverleden;
2°. eerdere uitkeringen of werkinkomen en de hoogte daarvan;
3°. het opleidingsniveau en eventueel lopende opleidingstrajecten.
f. gegevens als bedoeld in artikel 8 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de toeleiding naar schuldhulpverlening.
g. de ondersteuning van de gedetineerde bij het opschorten en weer opstarten, of aanvragen van een zorgverzekering, zoals:
1°. het hebben van een zorgverzekering vóór detentie;
2°. de naam van de zorgverzekeraar;
3°. het polisnummer behorende bij de verzekering.
h. het behoud of de versterking van een positief sociaal netwerk, met inbegrip van een hulpvraag namens de gedetineerde voor ondersteuning in de thuissituatie na detentie en een hulpvraag namens de gedetineerde aan de gemeente voor ondersteuning van gezinsleden tijdens de detentie.
3 De directeur, de reclassering en het college verstrekken elkaar, indien zorg of maatschappelijke ondersteuning tijdens of na detentie nodig is, de door hen verwerkte persoonsgegevens betreffende de gezondheid als bedoeld in het eerste lid, die noodzakelijk zijn voor het organiseren van deze zorg of maatschappelijke ondersteuning. Die gegevens kunnen betrekking hebben op:
a. eerdere en lopende zorgtrajecten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, de Jeugdwet of de Wet forensische zorg;
b. de naam van de zorgaanbieder die de trajecten uitvoert of bij de eerdere uitvoering betrokken is geweest;
c. de gemeente waar de zorg of maatschappelijke ondersteuning is of wordt verleend.
4 Ten behoeve van het vaststellen, aanpassen en uitvoeren van het detentie- en re-integratieplan, kunnen de directeur, de reclassering en het college overleggen over het inzetten van reclasseringstoezicht, het uitbrengen van advies en de inzet van interventies voor de invulling en uitvoering van het detentie- en re-integratieplan. Hiertoe kunnen gegevens worden verstrekt over:
a. eerdere reclasseringscontacten, het detentieverloop en de detentiefasering;
b. de motivatie van de gedetineerde;
c. het gedrag van de gedetineerde tijdens detentie.