Hoofdstuk 2
Opperbeheer inrichtingen en regime
Artikel 2 1 De directeur brengt jaarlijks vóór 1 oktober aan Onze Minister een jaarplan voor het volgende jaar uit. Het jaarplan omvat in ieder geval een begroting van de kosten en opbrengsten voor dat jaar.2 De directeur brengt jaarlijks vóór 1 maart aan Onze Minister een jaarverslag over het voorgaande jaar uit. Bij dit verslag wordt een jaarrekening gevoegd.
3 Onze Minister kan regels stellen aan de vorm en de inhoud van de in het eerste en tweede lid genoemde stukken.
Artikel 3 1 Het dagprogramma voor een inrichting of afdeling wordt bepaald in de huisregels en beslaat de periode tussen uitsluiting van de gedetineerden in de ochtend en de insluiting van de gedetineerden voor de nacht.
2 De directeur draagt in het gemeenschapsregime, bedoeld in artikel 20 van de wet, zorg voor:
a. een basisprogramma van 42,5 uur per week, waarin ten minste 22,5 uur per week aan activiteiten en bezoek worden aangeboden;
b. een plusprogramma van 59 uur per week, waarin ten minste 28 uur per week aan activiteiten en bezoek worden aangeboden.
3 De aangeboden activiteiten in het basis- en in het plusprogramma kunnen per individuele gedetineerde verschillen.
4 Onze Minister kan nadere regels stellen over de vaststelling van het basis- en plusprogramma. Hierbij kan in uitzonderlijke omstandigheden tijdelijk worden afgeweken van het bepaalde in het tweede lid.
Artikel 4 Vervallen