Penitentiaire maatregel (PM)


Artikel 44l 1 De selectiefunctionaris beslist over plaatsing buiten de inrichting in de laatste fase op de grondslag van een advies van de directeur en het college van burgemeester en wethouders. Alvorens te adviseren winnen de directeur en het college van burgemeester en wethouders het oordeel van de trajectcoördinator in.
2 Bij de beslissing over plaatsing buiten de inrichting in de laatste fase worden in ieder geval de volgende aspecten betrokken:
a. het verloop van de tenuitvoerlegging, waaronder het gedrag van betrokkene, het nakomen van afspraken door hem en zijn gemotiveerdheid;
b. het gevaar voor recidive;
c. de mate waarin hij in staat zal zijn de met de grotere vrijheden gepaard gaande verantwoordelijkheid te dragen.
3 Aan de plaatsing buiten de inrichting in de laatste fase worden, behoudens nader door de directeur of het college van burgemeester en wethouders te stellen bijzondere voorwaarden, de volgende algemene voorwaarden gesteld:
a. betrokkene gedraagt zich overeenkomstig de aanwijzingen van de trajectcoördinator en degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het programma en verschaft aan dezen alle verlangde inlichtingen;
b. hij doet tevoren melding aan de trajectcoördinator van een verandering van betrekking of woonplaats;
c. hij maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
d. hij onthoudt zich van het gebruik van een middel, vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
4 Van het stellen van bijzondere voorwaarden doet de directeur mededeling aan de selectiefunctionaris.
5 Betrokkene heeft het recht bij de selectiefunctionaris een met redenen omkleed verzoekschrift in te dienen strekkende tot plaatsing buiten de inrichting in de laatste fase. Artikel 18, tweede en derde lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-10-2004 wijziging Stb 2004 472 (pdf)
01-04-2001 nieuw Stb 2001 159 (pdf)