Participatiewet (Pw)


Hoofdstuk 8

Slotbepalingen

Artikel 79

Begrip besluit

Voor de toepassing van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht wordt met een besluit gelijkgesteld het nalaten van een handeling die strekt tot uitvoering van het besluit inzake de verlening of terugvordering van bijstand of het verrichten van een handeling die afwijkt van dat besluit.

Artikel 80

Cassatie

1 Tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep kan ieder der partijen beroep in cassatie instellen ter zake van schending of verkeerde toepassing van artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, en de daarop berustende bepalingen.
2 Op dit beroep zijn de voorschriften betreffende het beroep in cassatie tegen de uitspraken van de gerechtshoven inzake beroepen in belastingzaken van overeenkomstige toepassing, waarbij de Centrale Raad van Beroep de plaats inneemt van een gerechtshof.

Artikel 81

Onverwijlde bijstand

1 In geval het college geen of ontoereikend toepassing heeft gegeven aan artikel 52 kan de voorzitter van gedeputeerde staten, indien naar zijn oordeel de noodzaak tot onverwijlde bijstand aanwezig is, op verzoek van de belanghebbende besluiten dat het college algemene bijstand verleent.
2 De beslissing van de voorzitter van gedeputeerde staten vervalt, zodra de beslissing van het college inzake de verlening van algemene bijstand onherroepelijk is geworden dan wel de rechtbank op het beroep heeft beslist. De beslissing vervalt eveneens met ingang van de datum waarop een door de voorzieningenrechter van de rechtbank getroffen voorlopige voorziening in werking treedt.
3 De in het eerste lid bedoelde bijstand wordt bij wijze van voorschot verleend in de vorm van een renteloze geldlening.

Artikel 82

Goede uitvoering

1 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, indien de spoed dat vereist, regels worden gesteld die noodzakelijk zijn in verband met de goede uitvoering van de wet.
2 De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
3 Na de plaatsing in het Staatsblad van een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt een voorstel van wet tot regeling van het betrokken onderwerp zo spoedig mogelijk bij de Staten-Generaal ingediend. Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van beide kamers der Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur onverwijld ingetrokken. Wordt het voorstel tot wet verheven, dan wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van die wet.

Artikel 83

Innovatie

1 Bij algemene maatregel van bestuur kan bij wijze van experiment, met het oog op het onderzoeken van mogelijkheden om deze wet met betrekking tot de arbeidsinschakeling en de financiering doeltreffender uit te voeren, worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 6 tot en met 10, 31, tweede lid, en paragraaf 7.1. Bij toepassing van de eerste volzin wordt bij algemene maatregel van bestuur geregeld op welke wijze en gedurende welke periode van welke artikelen van de wet wordt afgeweken.
2 Een experiment als bedoeld in het eerste lid duurt ten hoogste drie jaar. Indien, voor een experiment is afgelopen, een voorstel van wet is ingediend bij de Staten-Generaal om het experiment om te zetten in een structurele wettelijke regeling, kan het experiment worden verlengd tot het tijdstip waarop het voorstel van wet in werking treedt. De tweede volzin van het eerste lid is van overeenkomstige toepassing.
3 Onze Minister kan op hun verzoek gemeenten aanwijzen die deelnemen aan een experiment. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de toepassing van deze bevoegdheid.
4 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de uitvoering van een experiment en voorzieningen wordengetroffen voor zich gedurende een experiment voordoende onvoorziene gevallen.
5 Onze Minister zendt uiterlijk drie maanden voor het einde van een experiment aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van het experiment in de praktijk alsmede een standpunt inzake de voortzetting ervan anders dan als experiment. Indien een experiment eerder wordt beëindigd dan oorspronkelijk beoogd, zendt Onze Minister, in afwijking van de eerste volzin, uiterlijk twee maanden na de beëindiging van dat experiment een verslag als bedoeld in de eerste volzin aan de Staten-Generaal.
6 De voordracht voor krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregelen van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 84

Evaluatie

Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van artikel 18b en artikel 47c, tweede lid, derde en vierde zin, zoals deze luiden onmiddellijk na inwerkingtreding van de Wet taaleis Participatiewet, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 18b en artikel 47c, tweede lid, derde en vierde zin, in de praktijk.

Artikel 85

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld. In het koninklijk besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

Artikel 86

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Participatiewet.