Participatiewet (Pw)


Hoofdstuk 4

Aanvullende inkomensondersteuning en aanpassing bedragen

§ 4.2

Aanpassing bedragen

Artikel 37

Netto minimumloon en consumentenprijsindex

1 In deze paragraaf wordt onder netto minimumloon verstaan het minimumloon per maand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, verhoogd met de aanspraak op vakantiebijslag waarop een werknemer op grond van artikel 15 van die wet over dat minimumloon ten minste aanspraak kan maken, na aftrek van de daarvan in te houden loonbelasting en premies volksverzekeringen.
2 De in het eerste lid bedoelde loonbelasting en premies volksverzekeringen worden berekend voor een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt rekening houdend met uitsluitend 157,5% van de algemene heffingskorting, bedoeld in artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964, over het minimumloon en de aanspraak op vakantiebijslag daarover.
3 Onder consumentenprijsindex wordt in deze afdeling verstaan hetgeen daaronder in artikel 13, zevende lid, van de Algemene Kinderbijslagwet wordt verstaan.
4 Met ingang van 1 januari 2025 wordt het in het tweede lid genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 2,5 procentpunt. Het gewijzigde percentage wordt door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant. Dit lid vervalt op het moment dat het in het tweede lid genoemde percentage de waarde van 100 heeft bereikt.

Artikel 37a

Vaststelling normen pensioengerechtigden

1 De normen voor belanghebbenden die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, genoemd in artikel 22, worden afgeleid van het netto minimumloon per maand.
2 Op basis van het netto minimumloon per maand worden de bruto bedragen zodanig vastgesteld, dat na aftrek van de in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, rekening houdend met de toepasselijke heffingskortingen voor een persoon van de pensioengerechtigde leeftijd en ouder, met uitzondering van de ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting, bedoeld in de artikelen 22b en 22c van de Wet op de loonbelasting 1964, en van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet:
a. het netto bedrag per maand van een belanghebbende als bedoeld in artikel 22, onderdeel a, gelijk is aan 70% van het netto minimumloon per maand;
b. het netto bedrag per maand van een belanghebbende als bedoeld in artikel 22, onderdelen b en c, gelijk is aan 50% van het netto minimumloon per maand.
3 Op basis van de bruto bedragen, bedoeld in het tweede lid, worden de netto normen, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld waarbij rekening wordt gehouden met de in te houden loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen en de toepasselijke heffingskortingen voor een persoon van de pensioengerechtigde leeftijd en ouder, met inbegrip van de ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting, bedoeld in de artikelen 22b en 22c van de Wet op de loonbelasting 1964, en de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet.

Artikel 38

Aanpassing normen en bedragen

1 Met ingang van de dag waarop het netto minimumloon wijzigt, worden de normen, genoemd in de artikelen 20, 2122a, derde lid, en 23, eerste lid, gewijzigd met het percentage van deze wijziging.
2 Met ingang van de dag waarop het netto minimumloon wijzigt, worden de normen, genoemd in artikel 22, gewijzigd met inachtneming van artikel 37a.
3 Met ingang van de dag waarop het netto minimumloon, zonder de daarin begrepen aanspraak op vakantiebijslag, wijzigt, worden de bedragen, genoemd in artikel 31, tweede lid, onderdelen j, n, r, y, z en aa, gewijzigd met het percentage van deze wijziging.
4 Met ingang van de dag waarop de over het inkomen, bedoeld in artikel 32, eerste lid, verschuldigde loonbelasting, premies, bijdragen en inhoudingen, bedoeld in artikel 31, derde lid, wijzigen, worden de bedragen en percentages ter vaststelling van de aanspraak op vakantietoeslag over een inkomen als bedoeld in artikel 31, vierde lid, gewijzigd.
5 De bedragen, genoemd in artikel 23, tweede lid, worden gewijzigd, indien het drempelinkomen, bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag, wordt aangepast, de percentages, bedoeld in artikel 2 van die wet, worden gewijzigd of het bedrag van de standaardpremie op grond van artikel 4 van die wet op een ander bedrag wordt vastgesteld.
6 De gewijzigde normen en bedragen en de dag waarop de wijzigingen ingaan, worden door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.

Artikel 39

Aanpassingen middelen

1 Met ingang van 1 januari van elk kalenderjaar worden de in artikel 15, tweede lid, onderdeel b, artikel 33, vijfde lid, artikel 34, tweede lid, onderdeel d, en derde lid, en artikel 35, tweede lid, genoemde bedragen gewijzigd met de procentuele stijging van de consumentenprijsindex.
2 De gewijzigde bedragen en de dag waarop de wijzigingen ingaan, worden door of namens Onze Minister medegedeeld in de Staatscourant.