Artikel 45
Vaststelling en betaling
1 De algemene bijstand wordt per kalendermaand vastgesteld en betaald. In afwijking van de eerste volzin wordt de vakantietoeslag, voorzover niet reeds eerder betaald, jaarlijks betaald in de maand juni over de aan die maand voorafgaande twaalf maanden of zo veel eerder als de vakantietoeslag over deze periode vaststaat, dan wel binnen drie maanden volgend op de maand waarin de algemene bijstand is beëindigd.2 Het college kan op grond van artikel 18, eerste lid, besluiten de algemene bijstand over een andere periode als bedoeld in het eerste lid vast te stellen of te betalen.
3 De algemene bijstand wordt vastgesteld over het deel van de kalendermaand waarover recht op bijstand bestaat, indien de alleenstaande of het gezin voorafgaand aan of volgend op de bijstandsverlening:
a. gedurende een periode van ten minste 30 dagen geen algemene bijstand ontvangt; of
b. anderszins geen recht op algemene bijstand heeft.
4 De algemene bijstand wordt uitbetaald aan ieder van de rechthebbende echtgenoten voor de helft dan wel op hun gezamenlijk verzoek aan een van hen voor het geheel.
5 Ingeval van overlijden van een van de echtgenoten, van de alleenstaande ouder, van het laatste ten laste komende kind van gehuwden waarvan de leeftijd van een echtgenoot of beide echtgenoten 18, 19 of 20 jaar is, of van het laatste ten laste komende kind van de alleenstaande ouder, wordt de algemene bijstand tot en met één maand na de dag van het overlijden, betaald naar de op het moment van overlijden van toepassing zijnde bijstandsnorm aan de andere echtgenoot, de ten laste komende kinderen, onderscheidenlijk de gewezen alleenstaande ouder.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
18-07-2012 | wijziging | Stb 2012 322 (pdf) | 33277 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2012 | wijziging | Stb 2011 650 (pdf) | 32815 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2004 | nieuwe-regeling | Stb 2003 375 (pdf) | 28870 | MvT (web) MvT (pdf) |