Artikel 10h
Werkvoorzieningen visueel beperkten
1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft tot taak personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, met een visuele beperking te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling door middel van het bekostigen van werkvoorzieningen.2 Onder werkvoorzieningen als bedoeld in het eerste lid worden uitsluitend verstaan:
a. vervoersvoorzieningen die ertoe strekken de werkplek, proefplaats of opleidingslocatie te bereiken;
b. intermediaire activiteiten;
c. meeneembare voorzieningen voor de inrichting van de arbeidsplaats, de productie- en werkmethoden, de inrichting van de opleidingsplaats of de proefplaats die in overwegende mate op het individu van de persoon, bedoeld in het eerste lid, zijn afgestemd; en
d. de bij de arbeid of opleiding te gebruiken hulpmiddelen, die in overwegende mate op het individu van de persoon, bedoeld in het eerste lid, zijn afgestemd.
3 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag van personen als bedoeld in het eerste lid of het college een werkvoorziening toekennen en voor die personen bekostigen.
4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden over:
a. de omvang en de inhoud van de aanspraak, bedoeld in het derde lid; en
b. de voorwaarden waaronder de werkvoorziening wordt verleend.
5 In afwijking van de artikelen 17, 18, 18a en paragraaf 6.4 zijn ten aanzien van de uitvoering van dit artikel door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de bijbehorende verplichtingen van de persoon, bedoeld in het derde lid, de artikelen 2:7, 2:9, 2:31, 2:58, 2:59, 2:60, 2:61, 2:63, 2:64, 2:65, 2:69 en 6:3 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van overeenkomstige toepassing.
6 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de toekenning, bedoeld in het derde lid, weigeren, indien:
a. het na een eerdere herziening, intrekking of weigering van een toekenning op grond van het vijfde lid heeft vastgesteld dat:
1°. de persoon, bedoeld in het derde lid, onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;
2°. de persoon niet voldoet aan de aan de werkvoorziening verbonden voorwaarden; of
3°. de persoon de werkvoorziening niet of voor een ander doel gebruikt;
b. de persoon, bedoeld in het derde lid, aanspraak kan maken op voorzieningen die zijn getroffen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet overige OCW-subsidies of de Zorgverzekeringswet, en de aanvraag ondersteuning op grond van die wetten betreft.
7 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de vergoeding van de werkvoorziening.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|