Overleveringswet (OLW)


Hoofdstuk IV

Andere vormen van rechtshulp

Afdeling 2

Op verzoek van Nederland

Artikel 55 Elke rechter-commissaris kan de uitvoerende justitiële autoriteit verzoeken voorwerpen, aangetroffen in het bezit van degene wiens overlevering hij op basis van een signalering als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid of van een Europees aanhoudingsbevel heeft gevraagd, in beslag te nemen en aan hem over te dragen.

Artikel 56 1 De rechter-commissaris die een Europees aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd of de officier van justitie die een Europees aanhoudingsbevel of uitleveringsverzoek in behandeling heeft genomen, zendt een verzoek om doorvoer van een opgeëiste persoon aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de Europese Unie over wiens grondgebied betrokkene moet worden vervoerd.
2 Een verzoek om doorvoer dient de volgende gegevens te bevatten:
a. de identiteit en de nationaliteit van de persoon tegen wie het Europees aanhoudingsbevel is afgegeven of ten aanzien van wie een uitleveringsverzoek is gedaan;
b. het bestaan van een Europees aanhoudingsbevel of van een uitleveringsverzoek aan een derde staat;
c. de aard en wettelijke kwalificatie van het strafbare feit;
d. een beschrijving van de omstandigheden waaronder het strafbare feit is begaan, met inbegrip van tijd en plaats.

Artikel 57 De rechter-commissaris kan de uitvoerende justitiële autoriteit verzoeken om de persoon die op basis van een door hem afgegeven Europees aanhoudingsbevel ten behoeve van een tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek is aangehouden, voorafgaand aan de beslissing over diens overlevering:
a. te horen in zijn aanwezigheid dan wel in de aanwezigheid van een door hem aangewezen vertegenwoordiger;
b. tijdelijk over te brengen naar Nederland.

Artikel 58 1 In de gevallen bedoeld in artikel 57, onder b, bepaalt de rechter-commissaris die het Europees aanhoudingsbevel heeft uitgevaardigd in overleg met de uitvoerende justitiële autoriteit de duur van de terbeschikkingstelling en de voorwaarden waaronder de terbeschikkingstelling plaatsvindt.
2 Gedurende zijn verblijf hier te lande wordt de tijdelijk ter beschikking gestelde persoon op bevel van de officier van justitie in verzekering gesteld. De artikelen 61 en 64, eerste lid, zijn, voor zoveel nodig, van overeenkomstige toepassing.