Artikel 6 1 Overlevering van een Nederlander kan worden toegestaan voor zover deze is gevraagd ten behoeve van een tegen hem gericht strafrechtelijk onderzoek en naar het oordeel van de uitvoerende justitiële autoriteit is gewaarborgd dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in Nederland zal mogen ondergaan.
2 De officier van justitie stelt Onze Minister onverwijld in kennis van elke overlevering onder garantie van teruglevering als bedoeld in het eerste lid.
3 Het eerste lid is eveneens van toepassing op een vreemdeling die tijdens het verhoor door de rechtbank aantoont dat hij ten minste vijf jaren ononderbroken rechtmatig in Nederland heeft verbleven als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000, voor zover hij in Nederland kan worden vervolgd voor de feiten welke aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag liggen en voor zover ten aanzien van hem de verwachting bestaat dat hij niet zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van een hem na overlevering opgelegde straf of maatregel. Eventuele bewijsstukken dienen tijdig voorafgaand aan het verhoor door de rechtbank te worden overlegd.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-04-2021 | wijziging | Stb 2021 125 (pdf) | 35535 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-11-2012 | wijziging | Stb 2012 333 (pdf) | 32885 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-02-2006 | wijziging | Stb 2006 24 (pdf) | 30171 | MvT (web) MvT (pdf) |
12-05-2004 | nieuwe-regeling | Stb 2004 195 (pdf) | 29042 | MvT (web) MvT (pdf) |