Artikel 42 1 Na de dag waarop hij de in artikel 39 bedoelde verklaring heeft afgelegd, kan de opgeëiste persoon nog slechts gedurende ten hoogste twintig dagen in bewaring of in verzekering gesteld blijven.
2 Het eerste lid blijft buiten toepassing, indien de rechtbank heeft beslist dat aan de verklaring geen gevolg zal worden gegeven en het Europees aanhoudingsbevel, overeenkomstig artikel 23, tweede lid, aan de rechtbank is overgelegd.
3 De in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn kan, op vordering van de officier van justitie, door de rechtbank telkens met ten hoogste dertig dagen worden verlengd uitsluitend wanneer de feitelijke overlevering door bijzondere omstandigheden niet binnen de termijn van twintig dagen, bedoeld in het eerste lid, heeft kunnen plaatsvinden.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-04-2021 | wijziging | Stb 2021 125 (pdf) | 35535 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-02-2006 | wijziging | Stb 2006 24 (pdf) | 30171 | MvT (web) MvT (pdf) |
12-05-2004 | nieuwe-regeling | Stb 2004 195 (pdf) | 29042 | MvT (web) MvT (pdf) |