Overleveringswet (OLW)


Artikel 39 1 De opgeëiste persoon die overeenkomstig artikel 4, eerste of tweede lid, is gesignaleerd ter fine van aanhouding met het oog op zijn overlevering of ten aanzien van wie een Europees aanhoudingsbevel is ontvangen, kan, uiterlijk op de dag voorafgaande aan die welke overeenkomstig artikel 24 is bepaald voor zijn verhoor door de rechtbank, verklaren dat hij instemt met zijn onmiddellijke overlevering.
2 Een verklaring overeenkomstig het eerste lid kan tijdens de termijn van inverzekeringstelling als bedoeld in artikel 17, vierde lid, eerste volzin, of artikel 21, vijfde lid, worden afgelegd voor elke rechtbank. Nadien kan de verklaring uitsluitend worden afgelegd ten overstaan van de rechtbank. De afgelegde verklaring kan niet worden herroepen.
3 De rechtbank is bevoegd de identiteit van de opgeëiste persoon vast te stellen op de wijze, bedoeld in artikel 27a, eerste lid, eerste volzin, en tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. Artikel 29c, tweede lid, van dat wetboek is van overeenkomstige toepassing.
4 De opgeëiste persoon kan zich bij het afleggen van de verklaring doen bijstaan door een raadsman. Hierop wordt, zo hij zonder raadsman verschijnt, zijn aandacht gevestigd de rechtbank.
5 Voordat hij de verklaring aflegt, wordt de opgeëiste persoon op de mogelijke gevolgen daarvan gewezen. Van de verklaring wordt proces-verbaal opgemaakt.
6 De rechtbank waarvoor de verklaring is afgelegd, zendt het proces-verbaal daarvan onverwijld aan de officier van justitie.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-04-2021 wijziging Stb 2021 125 (pdf) 35535 MvT (web) MvT (pdf)
01-03-2017 wijziging Stb 2016 476 (pdf) 34159 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2013 wijziging Stb 2012 313 (pdf) 32891 MvT (web) MvT (pdf)
01-10-2010 wijziging Stb 2009 317 (pdf) 31436 MvT (web) MvT (pdf)
01-02-2006 wijziging Stb 2006 24 (pdf) 30171 MvT (web) MvT (pdf)
12-05-2004 nieuwe-regeling Stb 2004 195 (pdf) 29042 MvT (web) MvT (pdf)