Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW)


Titel 8

Overgangsbepalingen in verband met Boek 7

Artikel 196 1 Op overeenkomsten van koop en ruil die vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet zijn gesloten, wordt titel 1 van Boek 7 een jaar na dat tijdstip van toepassing.
2 In afwijking van lid 1 worden de bepalingen van titel 1 van Boek 7 omtrent consumentenkoop niet van toepassing op een consumentenkoop die vóór dat tijdstip is gesloten.
3 In afwijking van de leden 1 en 2 is titel 1 van Boek 7 van toepassing op de gevolgen van niet nakoming in het geval dat een der partijen na het in werking treden van de wet in de nakoming van een van haar verbintenissen tekortschiet, tenzij dat tekortschieten een voortzetting van een eerdere tekortkoming is. Afdeling 8 van titel 1 van Boek 7 is van toepassing op het recht van reclame dat na het in werking treden van de wet wordt uitgeoefend; is het voordien uitgeoefend, dan blijft het tevoren geldende recht daarop van toepassing.
4 Artikel 7 is slechts van toepassing op de gevolgen van toezending van een zaak of verrichting van een dienst die na het in werking treden van de wet geschiedt.
5 Artikel 6a van Boek 7 is niet van toepassing in geval van een consumentenkoop die vóór het in werking treden van de wet is gesloten.
6 In afwijking van artikel 79 kan een beding op grond van strijd met artikel 25 lid 2 van Boek 7 worden vernietigd nadat een jaar na het tijdstip van het in werking treden van de wet is verstreken; deze vernietiging heeft evenwel geen werking ten aanzien van zaken die vóór het verstrijken van deze termijn aan de verkoper zijn geleverd.

Artikel 196a De wijzigingen in titel 1 van Boek 7 door de Implementatiewet richtlijnen verkoop goederen en levering digitale inhoud Stb. 2022, 164 zijn niet van toepassing op een consumentenkoop als bedoeld in artikel 5a lid 2 die vóór inwerkingtreding van die wet is gesloten. Op deze overeenkomsten blijft de tevoren geldende titel 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

Artikel 197 De artikelen 2, 3, 8 en 26 leden 3-5 van Boek 7 zijn niet van toepassing op koopovereenkomsten die vóór het tijdstip van het in werking treden van deze bepalingen zijn gesloten.

Artikel 197a Titel 1AA van Boek 7 is van toepassing op overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten die vóór het inwerkingtreden van deze titel zijn gesloten, met uitzondering van artikel 7:50al en 7:50am.

Artikel 198 1 De artikelen 48a–48e en 48g van Boek 7 zijn niet van toepassing op overeenkomsten die vóór het tijdstip van het in werking treden van deze bepalingen zijn gesloten.
2 Artikel 48f van Boek 7 is van toepassing vanaf het tijdstip waarop het in werking treedt.

Artikel 198a Titel 1A van Boek 7 is niet van toepassing op overeenkomsten die vóór het inwerkingtreden van deze titel zijn gesloten.

Artikel 199 1 De bepalingen van afdeling 9A van titel 1 van Boek 7 zoals die golden tot de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (Stb. 2014, 140) zijn niet van toepassing op overeenkomsten die vóór het tijdstip van het in werking treden van die bepalingen zijn gesloten.
2 In afwijking van lid 1 zijn de artikelen 46c lid 1, 46g en 46h van Boek 7 zoals die golden tot de inwerkingtreding van de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (Stb. 2014, 140) van toepassing vanaf het tijdstip waarop zij in werking treden.

Artikel 200* Afdeling 2 van titel 2A en de titels 2B en 2C zijn niet van toepassing op overeenkomsten die voor het tijdstip van het inwerkingtreden van die afdeling en die titels zijn gesloten.

Artikel 200 Titel 2D is niet van toepassing op overeenkomsten die voor het in werking treden van die titel zijn gesloten.

Artikel 201 Op een bewind ingesteld in verband met de elfde titel van Boek 7A van het Burgerlijk Wetboek, zoals deze tot aan het tijdstip van het in werking treden van de wet gold, is vanaf het tijdstip van het in werking treden van de wet afdeling 7 van titel 5 van Boek 4 van overeenkomstige toepassing, behoudens voor zover daarvan bij het bewind afwijkende regelingen zijn getroffen.

Artikel 205 Procedures inzake overeenkomsten van huur en verhuur, waarin de inleidende dagvaarding is betekend dan wel het inleidende verzoekschrift is ingediend voor het tijdstip van in werking treden van titel 4 van Boek 7, worden, met inbegrip van een eis die in het geding bij wijze van reconventie is of wordt gedaan, beheerst door het recht dat voor dat tijdstip gold.

Artikel 206 Bepalingen die tot nietigheid of vernietigbaarheid van een beding in een huurovereenkomst leiden, zijn met ingang van het tijdstip van in werking treden van titel 4 van Boek 7 van toepassing op de op dat tijdstip bestaande huurovereenkomsten.

Artikel 206a Artikel 215 van Boek 7 is, voor zover het veranderingen en toevoegingen aan de buitenzijde van gehuurde woonruimte betreft, niet van toepassing op huurovereenkomsten die voor het tijdstip van het in werking treden van titel 4 van Boek 7 zijn gesloten.

Artikel 207 Voorzover het veranderingen van de inrichting of de gedaante van het gehuurde betreft, waartoe de huurder slechts met toestemming van de verhuurder bevoegd is, is artikel 215 van Boek 7 van toepassing, indien de verhuurder op het tijdstip van het in werking treden van titel 4 van Boek 7 een verzoek van de huurder om die toestemming te geven nog niet heeft beantwoord, mits dit verzoek niet langer dan drie maanden voor dat tijdstip is gedaan. In dat geval begint de in artikel 215 lid 2 bedoelde termijn pas op het tijdstip van die inwerkingtreding te lopen.

Artikel 208 Artikel 220 lid 2 van Boek 7 is niet van toepassing, indien het door dit lid vereiste redelijke voorstel onder het voorafgaande recht is gedaan.

Artikel 208a Artikel 221 van Boek 7 is niet van toepassing op huurovereenkomsten die voor het tijdstip van het in werking treden van titel 4 van Boek 7 zijn gesloten.

Artikel 208b Artikel 224 lid 2, tweede volzin, van Boek 7 is niet van toepassing op huurovereenkomsten die voor het in werking treden van titel 4 van Boek 7 zijn gesloten.

Artikel 208c Indien de huurder voor het in werking treden van titel 4 van Boek 7 is overleden, maar op het tijdstip van die inwerkingtreding nog geen zes maanden na dit overlijden waren verstreken en de termijn van zes maanden, bedoeld in artikel 229 lid 2 van Boek 7, binnen drie maanden na het tijdstip van die inwerkingtreding zou aflopen, wordt die termijn verlengd tot drie maanden na dit tijdstip.

Artikel 208d Voor de termijn van twee maanden, bedoeld in artikel 230a lid 1 van Boek 7, wordt de tijd meegeteld die na het tijdstip waartegen schriftelijk ontruiming is aangezegd, maar voor het tijdstip van het in werking treden van titel 4 van Boek 7 is verstreken.

Artikel 208e 1 De artikelen 247, 247b en 248 lid 3 van Boek 7 zoals die door de Wet betaalbare huur zijn komen te luiden, zijn niet van toepassing op huurovereenkomsten die voor het in werking treden van die artikelen zijn gesloten.
2 In afwijking van het eerste lid, is artikel 247 van Boek 7, zoals dat door de Wet betaalbare huur is komen te luiden, een jaar na het in werking treden van dat artikel van toepassing op voor het tijdstip van inwerkingtreding gesloten huurovereenkomsten die betrekking hebben op zelfstandige woonruimten met een krachtens artikel 10 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte geldende maximale huurprijs die lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag.

Artikel 208ea 1 De artikelen 248 lid 3 en 4 en 255a van Boek 7 zijn met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten van toepassing op de op dat tijdstip bestaande huurovereenkomsten.
2 Artikel 274 lid 1 onder d van Boek 7, zoals dat luidt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten, is met ingang van dat tijdstip voor de duur van de werking van artikel 248 lid 3 van Boek 7 van toepassing op de op dat tijdstip bestaande huurovereenkomsten.
3 Lid 1 geldt niet voor zover partijen voor inwerkingtreding van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten een verhoging van de huurprijs zijn overeengekomen in verband met voorzieningen, veranderingen of toevoegingen als bedoeld in artikel 255a van Boek 7.

Artikel 208eb De artikelen 248 lid 3 en 4 en 255a van Boek 7 blijven na de datum waarop die leden respectievelijk dat artikel zijn vervallen van toepassing op bedingen tot verhoging van de huurprijs met een ingangsdatum voor die datum en op daarop betrekking hebbende voor of na die datum ingediende verzoeken aan de huurcommissie of vorderingen als bedoeld in artikel 262 van Boek 7.

Artikel 208ec Op overeenkomsten tot verhuur van ligplaatsen, die zijn gesloten voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 236a, 247a, 268a en 270b van Boek 7 en van de tegelijk met die artikelen in werking getreden wijzigingen van de artikelen 226 lid 4, 231 lid 1, 233, 271 lid 1 en 275 lid 4 van dat boek, worden die artikelen en die wijzigingen twee jaar na dat tijdstip van toepassing.

Artikel 208f De artikelen 250 tot en met 254 van Boek 7 zijn niet van toepassing op voor het tijdstip van inwerkingtreding gedane voorstellen tot huurprijswijziging, indien de voorgestelde datum van ingang voor dat tijdstip ligt, noch op de daarop betrekking hebbende verzoeken aan de huurcommissie als bedoeld in de artikelen 253 en 254 van Boek 7, indien deze zijn ingediend op of na het hiervoor bedoelde tijdstip.

Artikel 208g De artikelen 259 en 260 van Boek 7 gelden vanaf het tijdstip dat sedert het tijdstip van het in werking treden van titel 4 van Boek 7 één geheel kalenderjaar is verstreken.

Artikel 208h Artikel 270a van Boek 7 geldt niet, indien de voortzetting van de huur voor het in werking treden van titel 4 van Boek 7 is begonnen.

Artikel 208ha 1 De artikelen 271, 274, 274a tot en met 274f, 275 en 277 van Boek 7, zoals deze door de Wet doorstroming huurmarkt 2015 zijn komen te luiden, zijn niet van toepassing op huurovereenkomsten die vóór het in werking treden van die artikelen zijn gesloten.
2 De artikelen 249 en 271 van Boek 7, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet vaste huurcontracten, blijven van toepassing op huurovereenkomsten die voor het in werking treden van die wet zijn gesloten.

Artikel 208i De verplichting tot vergoeding van de schade van de onderhuurder, bedoeld in artikel 278 lid 2 van Boek 7, kan niet geheel of ten dele worden gegrond op gedragingen van de hoofdhuurder die voor het in werking treden van dat artikel hebben plaatsgevonden.

Artikel 208j De verplichting tot vergoeding van schade van de onderhuurder, bedoeld in artikel 306 lid 2 van Boek 7, kan niet geheel of ten dele worden gegrond op gedragingen van de hoofdhuurder die voor het in werking treden van dat artikel hebben plaatsgevonden.

Artikel 209 Op franchiseovereenkomsten die vóór het tijdstip van het in werking treden van Titel 16 van Boek 7 zijn gesloten, worden de artikelen 920 en 921 van toepassing twee jaar na dat tijdstip.

Artikel 210 Artikel 407 van Boek 7 is niet van toepassing op een overeenkomst van lastgeving die vóór 1 januari 1992 is gesloten.

Artikel 211 1 Op agentuurovereenkomsten die zijn tot stand gekomen vóór 1 november 1989, blijft het totdien geldende recht tot 1 januari 1994 van toepassing.
2 Bij de bepaling van de vergoeding bedoeld in artikel 442 van Boek 7 wordt de hogere waarde die de handelsagent aan de principaal heeft verschaft in de periode vóór 1 januari 1971, buiten beschouwing gelaten, indien de agentuurovereenkomst vóór 1 januari 1994 eindigt.
3 Wijzigt de Wet van 23 maart 1977, Stb. 153, en de wet van 5 juli 1989, Stb. 312..

Artikel 211a 1 Titel 2A is niet van toepassing op kredietovereenkomsten die vóór het inwerkingtreden van deze titel zijn gesloten.
2 Op kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd die op het tijdstip van het inwerkingtreden van titel 2A reeds liepen, zijn vanaf dat tijdstip de artikelen 62, 63, 65, 69 en 70 lid 2 van toepassing.

Artikel 211b Titel 2B is niet van toepassing op kredietovereenkomsten die vóór het in werking treden van deze titel zijn gesloten.

Artikel 212 Artikel 665a van Boek 7 is niet van toepassing indien het besluit tot overgang wordt genomen of voorgenomen vóór het tijdstip waarop deze bepaling in werking treedt en de overgang op of na bedoeld tijdstip plaatsvindt.

Artikel 214 1 Ten aanzien van de persoon wiens eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte is gelegen voor 1 januari 2004 blijven de artikelen 629, leden 1 tot en met 9 en lid 11, 629a en 670, met uitzondering van lid 1, van Boek 7 van toepassing, zoals deze luidden op 31 december 2003, en blijft artikel 658b van Boek 7 buiten toepassing.
2 Voor de bepaling van de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, bedoeld in het eerste lid, worden perioden van ongeschiktheid tot werken geacht eenzelfde, niet onderbroken periode van ongeschiktheid te vormen, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen of indien zij direct voorafgaan aan en aansluiten op een periode waarin zwangerschaps- of bevallingsverlof wordt genoten overeenkomstig artikel 3:1, tweede en derde lid, van de Wet arbeid en zorg, tenzij de ongeschiktheid redelijkerwijs niet geacht kan worden voort te vloeien uit dezelfde oorzaak.

Artikel 217 1 Op overeenkomsten van aanneming van werk die vóór het tijdstip van het in werking treden van titel 12 van Boek 7 zijn gesloten, wordt deze titel drie jaren na dat tijdstip van toepassing.
2 In afwijking van lid 1 worden de bepalingen van afdeling 2 van titel 12 van Boek 7 niet van toepassing op een overeenkomst van aanneming van werk die vóór dat tijdstip is gesloten.
3 In afwijking van de leden 1 en 2 is titel 12 van Boek 7 van toepassing op de gevolgen van niet nakoming in het geval dat een der partijen na het in werking treden van deze titel in de nakoming van een van haar verbintenissen tekortschiet, tenzij dat tekortschieten een voortzetting van een eerdere tekortkoming is.

Artikel 218 1 De artikelen 757a, 758, vierde lid, en 765a van Boek 7 zijn niet van toepassing op overeenkomsten van aanneming van werk die zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van de betreffende onderdelen van artikel III van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
2 Op overeenkomsten van aanneming van werk die zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van artikel III van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is artikel 768 van Boek 7 van toepassing zoals dat artikel luidde ten tijde van het sluiten van die overeenkomsten.

Artikel 220 1 De afdelingen 1 en 2 van titel 14 van Boek 7 zijn niet van toepassing op een borgtocht die ten tijde van het in werking treden van de wet reeds bestaat.
2 Afdeling 3 van titel 14 van Boek 7 blijft buiten toepassing op de gevolgen van de borgtocht tussen de hoofdschuldenaar en de borg en tussen borgen en voor de verbintenis aansprakelijke niet-schuldenaren onderling, indien vóór het in werking treden van de wet aan de schuldeiser is betaald.

Artikel 221 1 De artikelen 928, 931, 950, 952, 963 leden 5 en 6 en 966 lid 4 van Boek 7 zijn niet van toepassing op overeenkomsten van verzekering die vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet zijn gesloten. Indien de voorwaarden van de overeenkomst door de verzekeraar met het oog op het in werking treden van de wet dan wel op of na het tijdstip van het in werking treden van de wet zijn gewijzigd, is het in de eerste zin bepaalde voor de leden 5 en 6 van artikel 963 van Boek 7 niet van toepassing op nadien genomen maatregelen als bedoeld in artikel 957 van Boek 7.
2 De artikelen 929 en 930 van Boek 7 zijn niet van toepassing op overeenkomsten van verzekering die vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet zijn gesloten, indien de verzekeraar zich tegenover de verzekerde binnen een jaar nadat dit tijdstip is verstreken erop beroept dat aan de mededelingsplicht van artikel 251 van het Wetboek van Koophandel niet is voldaan.
3 De artikelen 935, 936 leden 2 tot en met 6 en 937 van Boek 7 zijn niet van toepassing met betrekking tot een uitkering die vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet verschuldigd is geworden.
4 Artikel 940 lid 1 onderscheidenlijk lid 2 van Boek 7 is van toepassing indien een periode als in die leden bedoeld eindigt na het tijdstip van het in werking treden van de wet.
5 Artikel 948 van Boek 7 is niet van toepassing indien een overgang van het risico vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet heeft plaatsgevonden.
6 Artikel 954 van Boek 7 is niet van toepassing voorzover een uitkering vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet is voldaan.
7 Ter zake van schade die door meer dan een verzekering wordt gedekt kan de verzekeraar wiens verzekering vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet is gesloten niet op de voet van artikel 961 lid 1, eerste zin, van Boek 7 worden aangesproken dan voorzover zulks ook op grond van het tevoren geldende recht mogelijk was geweest. De eerste zin lijdt uitzondering indien de voorwaarden van de overeenkomst door de verzekeraar met het oog op het in werking treden van de wet dan wel op of na het tijdstip van het in werking treden van de wet zijn gewijzigd, doch slechts voorzover het risico zich nadien heeft verwezenlijkt.
8 Artikel 962 lid 3 van Boek 7 is niet van toepassing indien het risico zich vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet heeft verwezenlijkt.
9 Op verzekeringen tegen gevaren van brand die vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet zijn gesloten, blijft het tevoren geldende artikel 293 van het Wetboek van Koophandel ook na dit tijdstip van toepassing.
10 Indien vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet tegen een verzekeraar een rechtsvordering tot het doen van een uitkering is ontstaan, is artikel 942 lid 3 van Boek 7 slechts van toepassing indien na dat tijdstip een daad van onderhandeling plaatsvindt.

Artikel 222 Artikel 991 lid 1 van Boek 7 is niet van toepassing indien een uitkering vóór het tijdstip van het in werking treden van de wet opeisbaar is geworden.

Artikel 223 Artikel 629, lid 2, van Boek 7, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel XIX van het Belastingplan 2007 blijft van toepassing met betrekking tot een recht op doorbetaling van het loon als bedoeld in lid 1 of 2 van artikel 629 van Boek 7, indien dat recht is ontstaan op of voor die dag.

Artikel 225 Artikel 640a van Boek 7 is uitsluitend van toepassing op aanspraken op het minimum, bedoeld in artikel 634 van Boek 7, die zijn ontstaan na het tijdstip van inwerkintreding van de wet van 26 mei 2011 inzake het afschaffen van de beperkte opbouw van minimum vakantierechten tijdens ziekte, de invoering van een vervaltermijn voor de minimum vakantiedagen en de aanpassing van enige andere artikelen in de regeling voor vakantie en verlof in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Stb. 318).

Artikel 226 De wijzigingen in Titel 7A van Boek 7 door de Implementatiewet richtlijn pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen zijn niet van toepassing op reisovereenkomsten die vóór inwerkingtreden van die wet zijn gesloten. Op deze reisovereenkomsten blijft de tevoren geldende titel 7A van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

Artikel 227 De Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is, met uitzondering van artikel 655, lid 10, van Boek 7 van toepassing vanaf het moment van inwerkingtreding van deze wet.