Mededingingswet (Mw)


Hoofdstuk 10

Europese mededingingsregels

Artikel 88 De Autoriteit Consument en Markt wordt aangemerkt als de mededingingsautoriteit voor Nederland in de zin van verordening 1/2003 en als bevoegde autoriteit in de zin van verordening 139/2004 en oefent de krachtens de verordeningen op grond van artikel 103 van het Verdrag bestaande bevoegdheid uit om de artikelen 101 en 102 van het Verdrag toe te passen, alsmede de krachtens artikel 104 van het Verdrag bestaande bevoegdheid om te beslissen over de toelaatbaarheid van mededingingsafspraken en over het misbruik maken van een machtspositie op de gemeenschappelijke markt.

Artikel 89 Ter zake van de uitoefening van de in artikel 88 bedoelde bevoegdheden zijn de hoofdstukken 6 en 7 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 89a 1 De Autoriteit Consument en Markt oefent de krachtens artikel 29, tweede lid, van verordening 1/2003 bestaande bevoegdheid uit tot het buiten toepassing verklaren van een groepsvrijstelling.
2 Op de voorbereiding van de beschikking is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
3 Een beschikking op grond van het eerste lid treedt niet eerder in werking dan zes weken na de datum van haar terinzagelegging overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 89b 1 Met het verlenen van bijstand bij een inspectie op grond van een mededingingsverordening door de Europese Commissie, zijn belast de krachtens artikel 12a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt aangewezen ambtenaren.
2 Artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
3 Bij verzet tegen een inspectie door de Europese Commissie, verlenen de aangewezen ambtenaren de nodige bijstand om de Europese Commissie in staat te stellen de inspectie te verrichten, zo nodig met behulp van de sterke arm.

Artikel 89c 1 Voor het verlenen van de nodige bijstand indien een onderneming of ondernemersvereniging zich verzet tegen een inspectie op grond van een mededingingsverordening door de Europese Commissie is voor zover de inspectie een doorzoeking omvat, een voorafgaande machtiging vereist van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken bij de rechtbank Rotterdam. De machtiging wordt zo mogelijk getoond.
2 De rechter-commissaris gaat bij de toetsing van het verzoek tot machtiging na of de voorgenomen dwangmaatregelen niet willekeurig zijn of onevenredig zijn in verhouding tot het voorwerp van de inspectie, zoals is bepaald in de mededingingsverordeningen en het gemeenschapsrecht. Artikel 171 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing. De rechter-commissaris kan het openbaar ministerie horen alvorens te beslissen.
3 Tegen de beslissing van de rechter-commissaris staat voor zover het verzoek om een machtiging niet is toegewezen, voor de Autoriteit Consument en Markt binnen veertien dagen beroep open bij de rechtbank Rotterdam.
4 De rechter-commissaris kan bij de inspectie aanwezig zijn.

Artikel 89d 1 Voor het uitvoeren van een inspectie als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van verordening 1/2003 door de Europese Commissie in andere gebouwen, terreinen en vervoermiddelen dan die van ondernemingen en ondernemersverenigingen, waaronder de woningen van directeuren, bestuurders en andere personeelsleden, is een voorafgaande machtiging vereist van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken bij de rechtbank Rotterdam. De machtiging wordt zo mogelijk getoond.
2 De rechter-commissaris toetst het verzoek tot machtiging overeenkomstig artikel 21, derde lid, van verordening 1/2003. Artikel 171 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing. De rechter-commissaris kan het openbaar ministerie horen alvorens te beslissen.
3 Tegen de beslissing van de rechter-commissaris staat voor zover het verzoek om een machtiging niet is toegewezen, voor de Autoriteit Consument en Markt binnen veertien dagen beroep open bij de rechtbank Rotterdam.
4 De rechter-commissaris kan bij de inspectie aanwezig zijn.
5 Voor zover het een inspectie in een woning betreft, geldt dit artikel in afwijking van de artikelen 2, 3 en 8 van de Algemene wet op het binnentreden.

Artikel 89e 1 Een machtiging als bedoeld in artikel 89c, eerste lid, of artikel 89d, eerste lid, is met redenen omkleed en ondertekend en vermeldt:
a. de naam van de rechter-commissaris die de machtiging heeft gegeven;
b. de naam of het nummer en de hoedanigheid van degene aan wie de machtiging is gegeven;
c. de beschikking waarbij de Europese Commissie de inspectie heeft gelast;
d. de dagtekening.
2 Indien een inspectie dermate spoedeisend is dat de machtiging niet tevoren op schrift kan worden gesteld, zorgt de rechter-commissaris zo spoedig mogelijk voor de opschriftstelling.
3 De machtiging blijft ten hoogste van kracht tot en met de derde dag na die waarop zij is gegeven.
4 Voor zover het een inspectie in een woning betreft, geldt dit artikel in afwijking van artikel 6 van de Algemene wet op het binnentreden.

Artikel 89f 1 De ambtenaar die bijstand heeft verleend bij een inspectie in een woning of bij een doorzoeking van een andere plaats dan een woning, maakt op zijn ambtseed of -belofte een schriftelijk verslag op omtrent de inspectie.
2 In het verslag vermeldt hij:
a. zijn naam of nummer en zijn hoedanigheid;
b. de dagtekening van de machtiging en de naam van de rechter-commissaris die de machtiging heeft gegeven;
c. de beschikking waarbij de Europese Commissie de inspectie heeft gelast;
d. de plaats van de inspectie en de naam van degene bij wie de inspectie is verricht;
e. de wijze van binnentreden en het tijdstip waarop de inspectie is begonnen en is beëindigd;
f. hetgeen tijdens de inspectie is verricht en overigens is voorgevallen;
g. de namen of nummers en de hoedanigheid van de overige personen die aan de inspectie hebben deelgenomen.
3 Het verslag wordt uiterlijk op de vierde dag na die waarop de inspectie is beëindigd, toegezonden aan de rechter-commissaris die de machtiging heeft gegeven.
4 Een afschrift van het verslag wordt uiterlijk op de vierde dag na die waarop de inspectie is beëindigd, aan degene bij wie de inspectie is verricht, uitgereikt of toegezonden. Indien het doel van de inspectie daartoe noodzaakt, kan deze uitreiking of toezending worden uitgesteld.
Uitreiking of toezending geschiedt in dat geval, zodra het belang van dit doel het toestaat. Indien het niet mogelijk is het afschrift uit te reiken of toe te zenden, houdt de rechter-commissaris of de ambtenaar die de bijstand heeft verleend, het afschrift gedurende zes maanden beschikbaar voor degene bij wie de inspectie is verricht.
5 Voor zover het een inspectie in een woning betreft, geldt dit artikel in afwijking van de artikelen 10 en 11 van de Algemene wet op het binnentreden.

Artikel 89g 1 Met het verrichten van een inspectie op grond van een mededingingsverordening door de Autoriteit Consument en Markt op verzoek van de Europese Commissie of op verzoek van een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, zijn belast de krachtens artikel 12a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt aangewezen ambtenaren.
2 De aangewezen ambtenaren beschikken voor het verrichten van de inspectie over de bevoegdheden die hun ingevolge hoofdstuk 3, paragraaf 1, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en hoofdstuk 6 zijn toegekend ter uitoefening van het toezicht op de naleving.

Artikel 89ga 1 Indien de Autoriteit Consument en Markt overeenkomstig artikel 22 van verordening 1/2003 een inspectie of een verhoor namens en voor rekening van een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie verricht, kunnen ambtenaren en andere door die mededingingsautoriteit daartoe aangewezen personen onder toezicht van de ambtenaren van de Autoriteit Consument en Markt de inspectie of het verhoor bijwonen en tijdens de inspectie of het verhoor bijstand verlenen aan de Autoriteit Consument en Markt wanneer zij de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 12b tot en met 12d van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, of artikel 50, uitoefent.
2 De Autoriteit Consument en Markt kan namens en voor rekening van een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 12b tot en met 12d Instellingswet Autoriteit Consument en Markt, of artikel 50 uitoefenen om vast te stellen of gevolg is gegeven aan onderzoeksmaatregelen of besluiten als bedoeld in de artikelen 6 en 8 tot en met 12 van richtlijn (EU) 2019/1 van die mededingingsautoriteit.
3 Artikel 12, tweede en derde lid, van verordening 1/2003 zijn van overeenkomstige toepassing indien de Autoriteit Consument en Markt met het oog op de toepassing van het tweede lid gegevens of inlichtingen verstrekt aan of ontvangt van een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie.

Artikel 89gb Na een daartoe strekkend verzoek van een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie stelt de Autoriteit Consument en Markt een adressaat in kennis van informatie als bedoeld in artikel 25, onderdelen a, b of c, van richtlijn (EU) 2019/1.

Artikel 89gc 1 De Autoriteit Consument en Markt legt na een daartoe strekkend verzoek van een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie een definitief besluit tot oplegging van een geldboete als bedoeld in artikel 13 van richtlijn (EU) 2019/1 of een besluit tot oplegging van een dwangsom als bedoeld in artikel 16 van richtlijn (EU) 2019/1 ten uitvoer, voor zover die mededingingsautoriteit na redelijke inspanningen op haar eigen grondgebied te hebben geleverd, heeft vastgesteld dat de onderneming of ondernemersvereniging jegens welke de geldboete of dwangsom invorderbaar is, in de lidstaat van die mededingingsautoriteit niet over voldoende activa beschikt om invordering van de geldboete of dwangsom mogelijk te maken.
2 In gevallen anders dan bedoeld in het eerste lid, kan de Autoriteit Consument en Markt na een daartoe strekkend verzoek van een mededingingsautoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie een definitief besluit tot oplegging van een geldboete als bedoeld in artikel 13 van richtlijn (EU) 2019/1 of een besluit tot oplegging van een dwangsom als bedoeld in artikel 16 van richtlijn (EU) 2019/1 ten uitvoer leggen.
3 Afdeling 4.4.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
4 De verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van een besluit als bedoeld in het eerste of tweede lid, wordt bepaald overeenkomstig artikel 26, vierde lid, van richtlijn (EU) 2019/1.

Artikel 89gd Een verzoek als bedoeld in de artikelen 25 of 26, eerste of tweede lid, van richtlijn (EU) 2019/1 voldoet aan en wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 27, tweede, derde, vierde, vijfde en zesde lid, van richtlijn (EU) 2019/1.

Artikel 89ge 1 De Autoriteit Consument en Markt geeft uitvoering aan artikel 27, zevende lid en achtste lid, eerste, derde en vierde alinea, van richtlijn (EU) 2019/1.
2 De Autoriteit Consument en Markt geeft in afwijking van het eerste lid geen uitvoering aan artikel 27, achtste lid, eerste alinea, van richtlijn (EU) 2019/1, indien de baten naar verwachting niet opwegen tegen de kosten die de Autoriteit Consument en Markt maakt om de in artikel 27 bedoelde kosten te verhalen.

Artikel 89gf De bevoegdheid inzake geschillen ten aanzien van de toepassing van de artikelen 25 of 26, eerste of tweede lid, van richtlijn (EU) 2019/1 en het recht dat op die geschillen van toepassing is, wordt bepaald overeenkomstig artikel 28 van richtlijn (EU) 2019/1.

Artikel 89gg 1 Indien de Autoriteit Consument en Markt, na toepassing te hebben gegeven aan artikel 11, derde lid, van verordening 1/2003 concludeert dat er geen gronden zijn om een onderzoek of procedure met betrekking tot de overtreding voort te zetten, stelt zij de Europese Commissie hiervan in kennis.
2 Indien de Autoriteit Consument en Markt een besluit neemt als bedoeld in artikel 56, aanhef en onderdeel b, of artikel 58b, eerste lid, stelt zij het European Competition Network hiervan in kennis.

Artikel 89h Vervallen

Artikel 89i Vervallen

Artikel 89j Vervallen