Artikel W 4 1 Indien bij opvolging van leden van een vertegenwoordigend orgaan met minder dan negentien leden geen kandidaat meer voor benoeming in aanmerking komt op de lijst, waarop degene is gekozen die moet worden opgevolgd, of op de lijsten die met deze lijst een lijstengroep vormen, wordt door toepassing van artikel P 10 beslist aan welke van de andere lijsten de plaats zal worden toegekend. De kandidaat die op de lijst waaraan de plaats wordt toegekend, naar de volgorde, vastgesteld overeenkomstig artikel P 19, voor benoeming in aanmerking komt, wordt benoemd verklaard.
2 Indien bij de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk op geen van de lijsten een kandidaat meer voor benoeming in aanmerking komt, beslist het centraal stembureau dat geen opvolger kan worden benoemd. Bij ministeriƫle regeling wordt voor het besluit een model vastgesteld.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2023 | wijziging | Stb 2022 444 (pdf) | 35546 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-12-2017 | wijziging | Stb 2017 302 (pdf) | 34377 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-07-2014 | wijziging | Stb 2014 63 (pdf) | 33719 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-12-2013 | wijziging | Stb 2013 289 (pdf) | 33268 | MvT (web) MvT (pdf) |
11-10-2006 | wijziging | Stb 2006 418 (pdf) | 30229 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-12-1997 | wijziging | Stb 1997 299 (pdf) | 25227 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-11-1989 | nieuwe-regeling | Stb 1989 423 (pdf) | 20264 | MvT (pdf) |