Artikel J 38 1 Indien zich naar het oordeel van het stembureau omstandigheden voordoen in of bij het stemlokaal die de behoorlijke voortgang van de zitting onmogelijk maken, wordt dit door de voorzitter verklaard. De zitting wordt daarop geschorst. De voorzitter doet hiervan terstond mededeling aan de burgemeester. De burgemeester bepaalt vervolgens wanneer en waar de zitting wordt hervat.
2 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden hieromtrent nadere regels gesteld.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-12-1997 | wijziging | Stb 1997 299 (pdf) | 25227 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-11-1989 | nieuwe-regeling | Stb 1989 423 (pdf) | 20264 | MvT (pdf) |