Kieswet (KW)


Afdeling V

De verkiezing van de leden van het Europees Parlement

Hoofdstuk Y

De verkiezing van de leden van het Europees Parlement

§ 3

Het begin van en de veranderingen in het lidmaatschap

Artikel Y 25 1 De Tweede Kamer onderzoekt zo spoedig mogelijk of de benoemde op grond van de nationale bepalingen als lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten.
2 De artikelen V 1 tot en met V 4a en V 5 tot en met V 10 zijn daarbij van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar in deze artikelen sprake is van het vertegenwoordigend orgaan of het orgaan waarvoor de benoeming is geschied, daarvoor de Tweede Kamer in de plaats treedt.

Artikel Y 26 De voorzitter van de Tweede Kamer geeft van de uitkomst van het onderzoek onverwijld kennis aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de benoemde. Indien de Tweede Kamer heeft besloten dat de benoemde op grond van de nationale bepalingen als lid van het Europees Parlement kan worden toegelaten, zendt de voorzitter van de Tweede Kamer aan de voorzitter van het Europees Parlement tevens de geloofsbrief van de benoemde toe.

Artikel Y 27 Wanneer, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opengevallen plaats moet worden voorzien, geschiedt dit met overeenkomstige toepassing van hoofdstuk W, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel W 1, derde lid, voor «25% van de kiesdeler» wordt gelezen: 10% van de kiesdeler.

Artikel Y 28 Zodra onherroepelijk is komen vast te staan dat een lid van het Europees Parlement een van de in artikel Y 4 bedoelde vereisten voor het lidmaatschap niet bezit of een ingevolge de nationale bepalingen met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op lid te zijn. De voorzitter van de Tweede Kamer geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het Europees Parlement en aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikel Y 29 1 Wanneer een lid van het Europees Parlement komt te verkeren in een van de gevallen, genoemd in artikel Y 28, geeft hij hiervan kennis aan de voorzitter van de Tweede Kamer, met vermelding van de reden.
2 Indien de kennisgeving niet is gedaan en de voorzitter van de Tweede Kamer van oordeel is dat een lid van het Europees Parlement verkeert in een van de gevallen, genoemd in artikel Y 28, waarschuwt hij de belanghebbende schriftelijk.
3 Het staat deze vrij de zaak uiterlijk op de achtste dag na de dagtekening van de in het tweede lid bedoelde waarschuwing aan het oordeel van de Tweede Kamer te onderwerpen.

Artikel Y 30 Indien de voorzitter van de Tweede Kamer een bericht ontvangt van de voorzitter van het Europees Parlement dat het lidmaatschap van een lid van het Europees Parlement is beëindigd wegens ontslag, overlijden of het vervullen van een ingevolge de Akte onverenigbare functie, geeft hij hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau.

Artikel Y 30a Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2020/77.
Tijdelijk ontslag van een lid van het Europees Parlement wegens zwangerschap en bevalling of ziekte geschiedt met overeenkomstige toepassing van de artikelen X 10 en X 11, met dien verstande dat:
a. in artikel X 10, eerste en tweede lid, voor «voorzitter van een vertegenwoordigend orgaan» wordt gelezen: voorzitter van de Tweede Kamer;
b. in artikel X 11, eerste en vierde lid, voor «voorzitter van het vertegenwoordigend orgaan» wordt gelezen: voorzitter van de Tweede Kamer;
c. de voorzitter van de Tweede Kamer van de beslissing tot tijdelijk ontslag onverwijld kennis geeft aan de voorzitter van het Europees Parlement.

Artikel Y 30b Dit artikel treedt niet meer in werking. Het artikel is ingetrokken door Stb. 2020/77.
1 De voorzitter van het centraal stembureau benoemt een vervanger voor de plaats die is opengevallen als gevolg van een tijdelijk ontslag als bedoeld in artikel Y 30a. De artikelen Y 25 tot en met Y 27 zijn van overeenkomstige toepassing.
2 Op de vervanger is artikel X 12, tweede en derde lid, van overeenkomstige toepassing.