Kieswet (KW)


Afdeling II

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen, van de gemeenteraden en van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Hoofdstuk N

De stemopneming

§ 2

Bepalingen betreffende briefstembureaus in Nederland

Artikel N 15 1 Het briefstembureau houdt twee openbare zittingen. De zittingen strekken respectievelijk tot:
a. het verrichten van de handelingen, bedoeld in de artikelen N 18 tot en met N 22;
b. het verrichten van de stemopneming en de vaststelling en bekendmaking van de uitkomsten daarvan.
2 Burgemeester en wethouders wijzen voor elke dag waarop het briefstembureau zitting houdt een geschikte locatie aan voor de zittingen van het briefstembureau. Deze locatie kan ook buiten de grenzen van de eigen gemeente zijn gelegen.
3 Voor zover de zittingen gelijktijdig plaatsvinden, worden de handelingen die verricht worden ten behoeve van beide zittingen verricht door verschillende leden van het briefstembureau.
4 De artikelen J 12 tot en met J 14, J 16, met uitzondering van de voorschriften die betrekking hebben op stemhokjes, J 17, tweede lid, J 18, J 19, J 35, J 37 en J 39, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de zittingen van het briefstembureau, met dien verstande dat in artikel J 18, eerste lid, in plaats van «artikel J 26, derde lid» gelezen wordt «artikel N 20, eerste lid».

Artikel N 16 1 De zitting, bedoeld in artikel N 15, eerste lid, onder a, vangt aan op een door burgemeester en wethouders vast te stellen dag en tijdstip, maar niet eerder dan de zevende dag voor de stemming.
2 De zitting, bedoeld in artikel N 15, eerste lid, onder b, vangt aan op de dag van de stemming om zeven uur dertig ten aanzien van de stembiljetten die zich op dat moment in de stembus bevinden, of zoveel later als burgemeester en wethouders bepalen.
3 De aanwijzing van de locaties, bedoeld in artikel N 15, tweede lid, en de tijdstippen wordt ten minste zeven dagen voor aanvang van de eerste zittingsdag van het briefstembureau bekendgemaakt.

Artikel N 17 1 De voorzitter van het briefstembureau schorst de zitting in elk geval indien:
a. zich naar het oordeel van het briefstembureau in of nabij de locatie van het briefstembureau omstandigheden voordoen die de behoorlijke voortgang van de zitting onmogelijk maken;
b. de zitting niet op één dag kan worden afgerond.
2 Indien zich naar het oordeel van het briefstembureau een situatie voordoet als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt dit door de voorzitter verklaard. De zitting wordt daarop geschorst. De voorzitter doet hiervan terstond mededeling aan de burgemeester. De burgemeester bepaalt vervolgens wanneer en waar de zitting wordt hervat.
3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden hieromtrent nadere regels gesteld.

Artikel N 18 1 Het briefstembureau opent de retourenveloppe en neemt het briefstembewijs dan wel het vervangend briefstembewijs, de kopie van het identiteitsdocument, de enveloppe met het stembiljet en, indien van toepassing, de verklaring vanwege de Nederlandse openbare dienst, eruit. Vervolgens controleert het:
a. of het briefstembewijs dan wel het vervangend briefstembewijs echt is;
b. of het nummer van het briefstembewijs onderscheidenlijk vervangend briefstembewijs niet voorkomt in het uittreksel van ongeldige briefstembewijzen, bedoeld in artikel M 5, derde lid;
c. of er blijkens het uittreksel van geldige briefstembewijzen, bedoeld in artikel M 5, derde lid, niet eerder een briefstembewijs dan wel een vervangend briefstembewijs met dit nummer is ontvangen;
d. aan de hand van de kopie van het identiteitsdocument, of dit document geldig was op de dag van de kandidaatstelling;
e. of de verklaring dat de kiezer het stembiljet persoonlijk heeft ingevuld, is ondertekend en of de daaronder geplaatste handtekening overeenkomt met de handtekening op het identiteitsdocument; en
f. indien van toepassing, of de verklaring vanwege de Nederlandse openbare dienst is ondertekend en of de daaronder geplaatste handtekening overeenkomt met de handtekening op het identiteitsdocument.
2 Indien het lid vaststelt dat de retourenveloppe niet alle benodigde bescheiden bevat is hij bevoegd de enveloppe met het stembiljet te openen om vast te stellen of het ontbrekende bescheid zich daarin bevindt. Het stembiljet mag hierbij niet worden ingezien.
3 Het lid van het briefstembureau doet de aangetroffen bescheiden wederom in de retourenveloppe, verzegelt deze, en legt deze terzijde, indien:
a. de retourenveloppe niet alle benodigde bescheiden bevat;
b. de stembescheiden, anders dan het stembiljet, niet voldoen aan de vereisten, bedoeld in het eerste lid; of
c. in een retourenveloppe stembescheiden van meer personen zijn gevoegd, waarvan er een of meer niet voldoen aan de vereisten, bedoeld in het eerste lid, of waarvan het aantal stembescheiden niet overeenkomt met het aantal stembiljetten, onderscheidenlijk enveloppen met stembiljet.

Artikel N 19 1 Het briefstembureau houdt in het uittreksel van geldige briefstembewijzen, bedoeld in artikel M 5, derde lid, aantekening van de kiezers die tot de stemming zijn toegelaten op basis van een vervangend briefstembewijs.
2 Indien het nummer van een briefstembewijs dan wel vervangend briefstembewijs niet voorkomt in het uittreksel, bedoeld in het eerste lid, neemt het briefstembureau contact op met de burgemeester van 's-Gravenhage.
3 Indien de burgemeester blijkt dat een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs met dat nummer eerder is ontvangen door een ander briefstembureau, is artikel N 18, tweede lid, van toepassing. Heeft niet eerder een ander briefstembureau een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs met dat nummer ontvangen, dan voegt het briefstembureau dat het briefstembewijs of vervangend briefstembewijs heeft ontvangen het nummer toe aan zijn uittreksel van geldige briefstembewijzen en tekent het briefstembureau in wiens uittreksel van geldige briefstembewijzen het nummer voorkomt daarin aan dat het ontvangen is.

Artikel N 20 1 Indien de retourenveloppe niet terzijde is gelegd wordt de enveloppe met het stembiljet ongeopend in de stembus gestoken. Indien het stembiljet zich niet in de daartoe bestemde enveloppe bevindt, wordt het, zonder het in te zien, dichtgevouwen in de stembus gestoken.
2 Indien de som van het aantal briefstembewijzen en vervangend briefstembewijzen overeenkomt met het aantal stembiljetten, onderscheidenlijk enveloppen met stembiljet, maar er meer dan één briefstembewijs of vervangend briefstembewijs in een retourenveloppe zit, houdt het briefstembureau hier aantekening van bij.

Artikel N 21 1 Het briefstembureau stelt de som van het aantal ontvangen briefstembewijzen en vervangend briefstembewijzen vast. Dit is het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten.
2 De voorzitter stelt de aanwezige personen in kennis van het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten.

Artikel N 22 1 Het briefstembureau doet in een of meer afzonderlijke pakken:
a. de ontvangen briefstembewijzen en vervangend briefstembewijzen;
b. de enveloppen die op grond van artikel N 18, tweede lid, terzijde zijn gelegd.
2 Elk pak wordt verzegeld, voorzien van de naam van de gemeente en een beschrijving van de inhoud.

Artikel N 23 1 De voorzitter van het briefstembureau opent de enveloppen die zich in de stembus bevinden.
2 Indien in een enveloppe zich geen of meer dan één stembiljet bevindt, wordt hiervan een aantekening gemaakt in het proces-verbaal. Indien zich meer dan één stembiljet in een enveloppe bevindt, doet de voorzitter van het briefstembureau deze stembiljetten wederom in de enveloppe en legt hij deze, na haar te hebben verzegeld, terzijde.

Artikel N 24 De leden van het briefstembureau openen de stembiljetten en voegen deze lijstgewijs bijeen. Zij kunnen zich bij hun werkzaamheden doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door ambtenaren van de gemeente, daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen.

Artikel N 25 1 Het briefstembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast:
a. het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;
b. de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder a.
2 Daarnaast stelt het briefstembureau vast:
a. het aantal blanco stemmen;
b. het aantal ongeldige stemmen.
3 De som van de aantallen op kandidaten uitgebrachte stemmen, blanco stemmen en ongeldige stemmen is het aantal stemmen dat is geteld.
4 De aantallen, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, worden in het proces-verbaal vermeld.

Artikel N 26 1 Het briefstembureau beslist over de geldigheid van de stem.
2 Een stem is geldig die op een kandidaat of blanco is uitgebracht, met een stembiljet dat bij of krachtens deze wet mag worden gebruikt en waarop geen bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.
3 Een stem is op een kandidaat uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze kenbaar is gemaakt door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van zowel het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, als het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op die lijst.
4 Onverminderd het derde lid is een stem op de eerste kandidaat van een lijst uitgebracht indien:
a. de kiezer op ondubbelzinnige wijze kenbaar maakt dat de kandidaat van zijn keuze op die lijst staat door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, en er geen stemvakje geplaatst vóór een kandidaatsnummer, geheel of gedeeltelijk is ingekleurd;
b. ondubbelzinnig blijkt dat de kiezer niet met bijschrijvingen op een andere kandidaat heeft willen stemmen.
5 Een stem is blanco uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze is kenbaar gemaakt doordat op het stembiljet geen stemvakje is ingekleurd.
6 De voorzitter van het briefstembureau doet onmiddellijk mededeling van de reden van ongeldigverklaring en van twijfel over de geldigheid, alsmede de beslissing daaromtrent, aan de aanwezige personen.
7 Indien een van de aanwezige personen dit verlangt, wordt het stembiljet getoond. De aanwezige personen kunnen mondeling bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.

Artikel N 27 1 Het briefstembureau stelt vast het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld. Voor zover mogelijk geeft het briefstembureau hiervoor een verklaring.
2 De voorzitter van het briefstembureau stelt de aanwezige personen in kennis van die aantallen, alsmede de aantallen bedoeld in artikel N 25, doch niet eerder dan nadat de stemming bij alle stembureaus in Nederland is beëindigd. Tot die tijd is eenieder die ambtshalve kennis kan nemen van de vastgestelde aantallen, verplicht tot geheimhouding daarvan.
3 De aanwezige personen kunnen mondeling bezwaren inbrengen. De bezwaren, alsmede de reactie van het briefstembureau daarop, worden in het proces-verbaal van de zitting van het briefstembureau vermeld.

Artikel N 28 1 Het briefstembureau doet in een of meer afzonderlijke pakken:
a. de stembiljetten met een stem op een kandidaat, lijstgewijs gerangschikt;
b. de stembiljetten met een blanco stem;
c. de stembiljetten met een ongeldige stem;
d. de enveloppen die op grond van artikel N 23, tweede lid, terzijde zijn gelegd.
2 Elk pak wordt verzegeld, voorzien van de naam van de gemeente en een beschrijving van de inhoud.

Artikel N 29 1 Nadat alle werkzaamheden zijn voltooid, maakt het briefstembureau voor elk van de zittingen, bedoeld in artikel N 15, eerste lid, afzonderlijk een proces-verbaal op. In deze processen-verbaal legt het briefstembureau verantwoording af over elke dag waarop het zitting heeft gehouden.
2 De processen-verbaal worden door alle aanwezige leden van het briefstembureau getekend, onder wie ten minste de voorzitter en alle plaatsvervangend voorzitters.
3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de verantwoording door het briefstembureau.
4 Bij ministeriële regeling wordt voor elk van de processen-verbaal een model vastgesteld.

Artikel N 30 1 Na zich ervan overtuigd te hebben dat de transportbox leeg is, doet het briefstembureau de pakken, bedoeld in de artikelen N 22 en N 28, in de transportbox. De transportbox wordt voorzien van de naam van de gemeente en een aanduiding van de verkiezing. Daarna wordt de transportbox op slot gedaan en verzegeld.
2 Het briefstembureau bewaart de sleutel van de transportbox in een enveloppe, die het eveneens verzegelt. Op deze enveloppe wordt de naam van de gemeente en een aanduiding van de verkiezing vermeld.
3 Het briefstembureau draagt de transportbox en de enveloppe zo spoedig mogelijk over aan de burgemeester. Tot aan die overdracht draagt het briefstembureau er zorg voor dat de zegels op de transportbox en de enveloppe niet worden verbroken.

Artikel N 31 1 Een briefstembureau dat is ingesteld door burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage, brengt zijn processen-verbaal onverwijld over naar de burgemeester.
2 De burgemeester maakt de processen-verbaal, met weglating van de ondertekening, onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar. Bij ministeriële regeling kan hiervoor een internetadres worden aangewezen. De openbaarmaking geschiedt ten minste tot drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist.
3 De burgemeester legt een afschrift van de processen-verbaal voor eenieder ter inzage in het gemeentehuis totdat over de toelating van de gekozenen is beslist. Voorts brengt de burgemeester de processen-verbaal onverwijld over naar het nationaal briefstembureau.
4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de werkwijze van de burgemeester.

Artikel N 32 1 Een briefstembureau dat is ingesteld door burgemeester en wethouders van een andere gemeente, brengt zijn processen-verbaal onverwijld over naar de burgemeester.
2 De burgemeester legt een afschrift van de processen-verbaal voor eenieder ter inzage in het gemeentehuis, totdat over de toelating van de gekozenen is beslist. Voorts brengt de burgemeester de processen-verbaal onverwijld langs elektronische weg ter kennis van het nationaal briefstembureau.
3 Artikel N 31, tweede en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel N 33 1 De burgemeester bewaart de pakken, bedoeld in de artikelen N 22 en N 28, en de afschriften, bedoeld in artikel N 31, derde lid, onderscheidenlijk artikel N 32, tweede lid, drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Daarna worden deze stukken onmiddellijk vernietigd, tenzij:
a. de officier van justitie of de rechter-commissaris in het kader van een strafrechtelijk onderzoek een verzoek heeft gedaan tot overdracht van deze stukken, in welk geval de vernietiging plaatsvindt nadat dit onderzoek is afgerond;
b. strafvervolging is ingesteld wegens een strafbaar gestelde gedraging in deze wet, de artikelen 125 tot en met 129 van het Wetboek van Strafrecht of de artikelen 131 tot en met 135 van het Wetboek van Strafrecht BES, in welk geval de vernietiging plaatsvindt nadat er een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is.
2 Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel N 34 Nadat is beslist over de toelating van de gekozenen, is de burgemeester bevoegd de pakken alsmede de afschriften over te dragen aan de officier van justitie ten dienste van een onderzoek naar enig strafbaar feit.

Artikel N 35 Artikel N 12 is van overeenkomstige toepassing.