Kieswet (KW)


Afdeling II

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen, van de gemeenteraden en van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Hoofdstuk K

Het stemmen met een kiezerspas

Artikel K 1 1 Aan de kiezer wordt overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk op zijn verzoek toegestaan binnen het gebied van het orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, aan de stemming deel te nemen in een stembureau van zijn keuze.
2 Onverminderd het eerste lid kan de kiezer stemmen in de stemlokalen, bedoeld in artikel J 5, tweede lid.

Artikel K 2 Het in artikel K 1 bepaalde geldt niet voor de kiezer aan wie op zijn verzoek is toegestaan bij volmacht te stemmen of een briefstembewijs is verstrekt.

Artikel K 3 1 De kiezer richt zijn verzoek, schriftelijk of mondeling, aan de burgemeester van de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd.
2 De kiezer legt bij zijn verzoek een kopie over van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.
3 Het schriftelijk verzoek dient uiterlijk vijf dagen voor de stemming te zijn ontvangen. Het mondeling verzoek wordt uiterlijk op de dag voor de stemming om twaalf uur gedaan. De burgemeester doet van deze termijnen op de dag van de kandidaatstelling mededeling in het gemeenteblad.

Artikel K 4 1 Aan de kiezer wordt als bewijs dat aan zijn verzoek is voldaan een verklaring uitgereikt of verzonden, genaamd kiezerspas.
2 De kiezer aan wie een kiezerspas is uitgereikt of verzonden, kan uitsluitend met deze pas aan de verkiezing deelnemen.
3 Aan de kiezer wiens kiezerspas in het ongerede is geraakt, wordt geen nieuwe uitgereikt of verzonden.
4 Bij ministeriƫle regeling wordt voor de kiezerspas een model vastgesteld. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt tijdig voor de verkiezing aan de gemeente de informatie nodig voor het produceren van de kiezerspas.

Artikel K 5 Vervallen

Artikel K 6 1 Voor het indienen van een schriftelijk verzoek wordt een formulier gebruikt. Bij ministeriƫle regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld.
2 Een mondeling verzoek geschiedt door de kiezer in persoon bij de gemeente waar hij op de dag van de kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd.

Artikel K 7 1 In afwijking van artikel K 3 dient een persoon die als kiezer is geregistreerd als bedoeld in artikel D 2, een schriftelijk verzoek in bij de burgemeester van 's-Gravenhage.
2 Een verzoek dient uiterlijk zes weken voor de dag van de stemming te zijn ontvangen.

Artikel K 8 1 Op het schriftelijk verzoek wordt zo spoedig mogelijk beslist. Op het mondeling verzoek wordt terstond beslist.
2 Het verzoek wordt slechts afgewezen, indien de verzoeker op de dag van de kandidaatstelling niet als kiezer is geregistreerd, hem overeenkomstig paragraaf 2 van hoofdstuk L is toegestaan bij volmacht te stemmen, of een briefstembewijs is verstrekt.
3 Indien het verzoek niet in verdere behandeling wordt genomen of wordt afgewezen, wordt de beslissing met opgave van redenen schriftelijk aan de verzoeker medegedeeld.
4 Artikel D 8 is van overeenkomstige toepassing op een beschikking als bedoeld in dit artikel.

Artikel K 9 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het stemmen met een kiezerspas, onder meer over de indiening van een verzoek, de beslissing op een verzoek en de verstrekking van formulieren, bedoeld in artikel K 6, eerste lid.

Artikel K 10 Vervallen

Artikel K 11 1 Bij de stemming overhandigt de kiezer het in artikel J 24, eerste lid, onder a, genoemde identiteitsdocument, en de kiezerspas aan de voorzitter van het stembureau.
2 Artikel J 25, tweede tot en met vierde lid, en zesde tot en met tiende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel K 12 Vervallen

Artikel K 13 Vervallen