Kieswet (KW)


Afdeling II

De verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van provinciale staten, van de algemene besturen, van de gemeenteraden en van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn

Hoofdstuk J

De stemming

§ 4

De inrichting van het stemlokaal

Artikel J 15 Het stemlokaal is zodanig ingericht dat het stemgeheim is gewaarborgd.

Artikel J 16 1 In het stemlokaal zijn geplaatst een tafel voor het stembureau en een of meer stembussen en stemhokjes.
2 De toegang tot de stemhokjes moet zichtbaar zijn voor het publiek.
3 In ieder stemhokje bevindt zich een handleiding voor de kiezer. Bij ministeriële regeling wordt voor de handleiding een model vastgesteld.
4 De tafel voor het stembureau is zo geplaatst dat de in het stemlokaal aanwezige personen de verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.

Artikel J 17 1 Op de tafel voor het stembureau ligt het uittreksel van ongeldige stempassen. De burgemeester draagt er zorg voor dat elk stembureau over dit uittreksel beschikt.
2 Ieder stembureau beschikt over de wettelijke voorschriften die op de stemming betrekking hebben.

Artikel J 18 1 De stembus, vervaardigd volgens bij algemene maatregel van bestuur te geven voorschriften, staat bij de tafel, binnen het bereik van het lid van het stembureau dat belast is met de in artikel J 26, derde lid, bedoelde taak.
2 Tijdig voor de aanvang van de stemming sluit het stembureau de stembus, na zich ervan overtuigd te hebben dat zij leeg is.

Artikel J 19 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de inrichting van het stemlokaal.