Kieswet (KW)


Afdeling I

Algemene bepalingen

Hoofdstuk A

Inleidende bepalingen

§ 1

Begripsbepalingen

Artikel A 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
algemeen bestuur: vertegenwoordigend orgaan van een waterschap voor zover het leden betreft van de categorie, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel a, van de Waterschapswet;
dagelijks bestuur: dagelijks bestuur van een waterschap.

§ 2

De Kiesraad

Artikel A 2 Er is een Kiesraad, gevestigd te 's-Gravenhage.

Artikel A 3 1 De Kiesraad treedt op als centraal stembureau in de gevallen waarin de wet dat voorschrijft.
2 De Kiesraad heeft voorts tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal van advies te dienen in uitvoeringstechnische aangelegenheden die het kiesrecht of de verkiezingen betreffen.
3 De Kiesraad is tevens belast met het verzamelen van de uitslagen van de op basis van deze wet gehouden verkiezingen en het op een algemeen toegankelijke wijze ontsluiten daarvan, alsmede met de overige in deze wet aan hem opgedragen taken.

Artikel A 4 De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van toepassing op de Kiesraad, met uitzondering van de artikelen 12, 21 en 22.

Artikel A 5 1 De Kiesraad bestaat uit een voorzitter en zes andere leden. De Kiesraad kan uit de leden ondervoorzitters aanwijzen.
2 Artikel 11 van de Kaderwet adviescolleges is van toepassing op de Kiesraad.
3 De leden van de Kiesraad worden benoemd op grond van hun deskundigheid op het gebied van het kiesrecht en de verkiezingen. Artikel 12, derde lid, van de Kaderwet adviescolleges is van toepassing.
4 De leden van de Kiesraad worden op eigen aanvraag door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontslagen. Zij kunnen voorts bij koninklijk besluit worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid dan wel wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen. De voordracht voor schorsing of ontslag wordt niet gedaan dan nadat de Kiesraad daarover is gehoord.

Artikel A 6 1 De artikelen 15, eerste, derde, vierde en vijfde lid, en 16 van de Kaderwet adviescolleges zijn van toepassing op de Kiesraad.
2 De artikelen 21 en 29 van de Kaderwet adviescolleges zijn niet van toepassing op de Kiesraad.