Kadasterwet (Kadw)


Hoofdstuk 8

Wijziging van de kadastrale aanduiding van onroerende zaken en appartementsrechten anders dan in geval van bijwerking; opnieuw vaststellen van de grootte van percelen; herstel van kennelijke misslagen begaan bij de bijwerking en van onregelmatigheden begaan bij het houden van de openbare registers

Artikel 110a Op beschikkingen, genomen krachtens hoofdstuk 8 van deze wet, zijn de artikelen 4:7, 4:8 en 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

Artikel 111 1 De Dienst is bevoegd om, anders dan ingevolge de bepalingen omtrent de bijwerking, bedoeld in hoofdstuk 4, in door Onze Minister te bepalen gevallen de kadastrale aanduiding van onroerende zaken en appartementsrechten te wijzigen en de grootte van percelen opnieuw vast te stellen. Het bestuur van de Dienst stelt regelen vast omtrent de wijze waarop wijzigingen, als bedoeld in de eerste zin, in de basisregistratie kadaster worden weergegeven.
2 Indien de Dienst ambtshalve de kadastrale aanduiding van een onroerende zaak of van een appartementsrecht wijzigt, als bedoeld in het eerste lid, is artikel 58, eerste lid, van overeenkomstige toepassing. Tegen deze wijziging staat generlei voorziening open.
3 Indien de Dienst ambtshalve de grootte van een perceel opnieuw vaststelt, als bedoeld in het eerste lid, en deze afwijkt van de in de basisregistratie kadaster vermeld staande grootte vóór de herberekening, zijn de artikelen 56b, eerste lid, en 58, eerste en tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 112 Vervallen

Artikel 113 Vervallen

Artikel 114 Vervallen

Artikel 115 Vervallen

Artikel 116 Het bestuur van de Dienst stelt regels met betrekking tot de wijze waarop een vergissing, verzuim of een andere onregelmatigheid begaan door de bewaarder bij de inschrijving van stukken in de openbare registers, bij het stellen daarin van aantekeningen, bij de boeking van stukken in het register van voorlopige aantekeningen, of bij de doorhaling van voorlopige aantekeningen, wordt hersteld.