Artikel 76 1 De met het onderzoek van vernieuwing belaste ambtenaar wint, zonodig ter plaatse, inlichtingen in, verzoekt zonodig om overlegging of openlegging van bescheiden en doet de nodige waarnemingen. De belanghebbenden, bedoeld in artikel 75, tweede lid, dienen, indien naar het oordeel van de ambtenaar nodig door aanwijzing ter plaatse, de door de ambtenaar voor de vernieuwing benodigde inlichtingen te verschaffen en daartoe zonodig bescheiden over te leggen of open te leggen. Artikel 67, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
2 Op de grondslag van het relaas van bevindingen worden voorstellen van vernieuwing gemaakt. Alvorens daartoe wordt overgegaan, wordt nagegaan of na het onderzoek van vernieuwing met betrekking tot de onroerende zaak waarop het voorstel betrekking heeft, nog bijhoudingen hebben plaatsgevonden. Is dat het geval dan wordt in het voorstel afzonderlijk melding gemaakt van die bijhoudingen, overeenkomstig door het bestuur van de Dienst vast te stellen regelen. Elk voorstel bevat in elk geval de gegevens omtrent de rechten, de rechthebbenden, de grootte, de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak waarop het betrekking heeft, zoals deze luiden op de dag waarop het voorstel is opgemaakt.
3 Bij het maken van een voorstel van vernieuwing wordt geen acht geslagen op niet-ingeschreven feiten waarvan het rechtsgevolg slechts kan intreden door inschrijving daarvan in de openbare registers.
4 In het voorstel worden de gegevens omtrent rechten van hypotheek en inbeslagnemingen, zoals deze blijken uit de in de openbare registers ingeschreven stukken, ongewijzigd overgenomen. Indien tijdens het onderzoek is gebleken dat de omvang van de onroerende zaak waarop het recht van hypotheek is gevestigd of waarop beslag is gelegd, wijziging heeft ondergaan, wordt bij het opmaken van het voorstel op die wijziging acht geslagen.
5 In het voorstel worden slechts gegevens omtrent die erfdienstbaarheden vermeld welke in de basisregistratie kadaster zijn vermeld, of, indien niet daarin vermeld, waarvan het bestaan aannemelijk is geworden op grond van inlichtingen, bescheiden of waarnemingen, als bedoeld in het eerste lid.
6 Het voorstel van vernieuwing wordt bekend gemaakt aan belanghebbenden. Artikel 58, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing. Bij toepassing van artikel 56b bevat de beslissing van de ambtenaar op het bezwaarschrift alle gegevens uit het voorstel van vernieuwing omtrent de rechten, de rechthebbenden, de kadastrale aanduiding en de grootte van de onroerende zaak, waarop de vernieuwing betrekking heeft, ook die waarvan de juistheid door belanghebbenden niet is betwist.
7 Het bestuur van de Dienst maakt het voorstel van vernieuwing bekend overeenkomstig artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht. Van de indiening van bezwaarschriften en het instellen van beroep, alsmede van daarop gegeven beslissingen wordt bij het voorstel melding gemaakt overeenkomstig door het bestuur van de Dienst vast te stellen regelen.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2008 | wijziging | Stb 2007 105 (pdf) | 30544 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-07-2004 | wijziging | Stb 2004 215 (pdf) | 28958 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-05-1994 | wijziging | Stb 1994 125 (pdf) | 23007 | MvT (pdf) |
01-01-1994 | wijziging | Stb 1993 690 (pdf) | 23258 | MvT (pdf) |
01-01-1992 | nieuwe-regeling | Stb 1989 186 (pdf) | 17496 | MvT (pdf) |