Kadasterwet (Kadw)


Artikel 12 1 De inschrijving geschiedt:
a. wat betreft stukken die in papieren vorm ter inschrijving zijn aangeboden: door het plaatsen op het afschrift van het stuk, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van een door de bewaarder te ondertekenen aantekening dat het stuk is ingeschreven, en
b. wat betreft stukken die in elektronische vorm ter inschrijving zijn aangeboden: door het plaatsen in het desbetreffende elektronisch gedeelte van de openbare registers bij het stuk van een aantekening waaruit blijkt dat het stuk de status «ingeschreven» heeft, voorzien van de naam van de bewaarder, en in de gevallen, bedoeld in artikel 11b, vijfde lid, tweede zin, door tevens op de stukken die deel uitmaken van het in elektronische vorm aangeboden stuk, een door de bewaarder te ondertekenen aantekening te plaatsen dat het stuk is ingeschreven.
Het bestuur van de Dienst stelt de vorm vast van de aantekeningen, bedoeld in de eerste zin, onderdelen a en b.
2 Het bestuur van de Dienst stelt regels met betrekking tot:
a. de rangschikking en de wijze van opberging van de afschriften, bedoeld in artikel 11, eerste lid, en
b. de bewaring van de bestanden waaruit een bericht als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, onderdeel a, bestaat, en van bestanden die bij een zodanig bericht zijn gevoegd.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-09-2005 wijziging Stb 2005 107 (pdf) 28443 MvT (web) MvT (pdf)
01-05-1994 wijziging Stb 1994 125 (pdf) 23007 MvT (pdf)
01-01-1992 nieuwe-regeling Stb 1989 186 (pdf) 17496 MvT (pdf)