Jeugdwet (Jw)


Artikel 9.3 1 Indien een van Onze Ministers van oordeel is dat een jeugdhulpaanbieder of een gecertificeerde instelling deze wet of de daarop berustende bepalingen niet of onvoldoende naleeft, kan hij de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling die het betreft een schriftelijke aanwijzing geven.
2 In de aanwijzing geeft Onze Minister die het aangaat met redenen omkleed aan welke maatregelen de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling moet nemen met het oog op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
3 De aanwijzing bevat de termijn waarbinnen de jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling daaraan moeten voldoen.
4 Indien het nemen van maatregelen in verband met gevaar voor de veiligheid of de gezondheid redelijkerwijs geen uitstel kan lijden, kan de ingevolge artikel 9.2, eerste lid, met het toezicht belaste ambtenaar een schriftelijk bevel geven. Het bevel heeft een geldigheidsduur van zeven dagen, welke door een van Onze Ministers kan worden verlengd.
5 De jeugdhulpaanbieder of de gecertificeerde instelling is verplicht binnen de daarbij gestelde termijn aan de aanwijzing onderscheidenlijk onmiddellijk aan het bevel te voldoen.
6 Mandaat tot het verlengen van de geldigheidsduur van een bevel wordt niet verleend aan een met het toezicht belaste ambtenaar.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2015 nieuwe-regeling Stb 2014 105 (pdf) 33684 MvT (web) MvT (pdf)