Artikel 6.1.2 1 De kinderrechter kan op verzoek een machtiging verlenen om een jeugdige in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven.
2 Een machtiging kan slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter:
a. jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren;
b. de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken; en
c. er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
3 Een machtiging voor een jeugdige die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, kan bovendien slechts worden verleend indien:
a. de jeugdige onder toezicht is gesteld;
b. de voogdij over de jeugdige berust bij een gecertificeerde instelling; of
c. degene die, anders dan bedoeld onder b, de wettelijke vertegenwoordiger is, met de opneming en het verblijf instemt.
4 Een machtiging voor een jeugdige die achttien jaar is, kan bovendien slechts worden verleend indien:
a. sprake is van een behandeling die reeds aangevangen is voordat de leeftijd van achttien jaar is bereikt;
b. voor het bereiken van de leeftijd van achttien jaar een hulpverleningsplan is vastgesteld;
c. toegewerkt wordt naar een andere vorm van jeugdhulp dan gesloten jeugdhulp en dit ook blijkt uit het hulpverleningsplan; en
d. de gesloten jeugdhulp niet langer duurt dan zes maanden na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar.
5 Het verzoek behoeft de instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht.
6 Indien de machtiging betrekking heeft op een minderjarige die onder toezicht is gesteld, geldt de machtiging als een machtiging als bedoeld in artikel 265b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
7 Indien de wettelijke vertegenwoordiger zijn instemming intrekt, vervalt de machtiging op de veertiende dag nadat de instemming is ingetrokken.
8 Indien de machtiging betrekking heeft op een jeugdige voor wie reeds een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg dan wel een machtiging tot opname en verblijf op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliƫnten is afgegeven, vervalt die zorgmachtiging respectievelijk machtiging tot opname en verblijf.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
Aanhangig | 35942 | MvT (web) MvT (pdf) | ||
01-01-2023 | wijziging | Stb 2022 408 (pdf) | 35833 | MvT (web) MvT (pdf) |
06-11-2021 | wijziging | Stb 2021 468 (pdf) | 35667 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2020 | wijziging | Stb 2018 37 (pdf) | 32399 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2015 | nieuwe-regeling | Stb 2014 105 (pdf) | 33684 | MvT (web) MvT (pdf) |