Artikel 65 1 Degene die opzettelijk een der feiten begaat, omschreven in artikel 64, eerste lid, onderdeel a of b, wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt ingevorderd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig ingevorderde belasting.
2 Degene die opzettelijk het feit begaat, omschreven in artikel 64, eerste lid, onderdeel c, wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt ingevorderd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig ingevorderde belasting.
3 Indien het feit, ter zake waarvan de verdachte kan worden vervolgd, zowel valt onder een van de strafbepalingen van het eerste of het tweede lid, als onder die van artikel 225, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, is strafvervolging op grond van genoemd artikel 225, tweede lid, uitgesloten.
4 Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-01-2018 | wijziging | Stb 2017 518 (pdf) | 34786 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-04-2010 | wijziging | Stb 2009 245 (pdf) | 31386 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-2010 | wijziging | Stb 2009 609 (pdf) | 32128 | MvT (web) MvT (pdf) |
01-01-1998 | wijziging | Stb 1997 738 (pdf) | 23470 | MvT (pdf) |
Stb 1997 737 (pdf) | 24800 | MvT (web) MvT (pdf) | ||
01-06-1990 | nieuwe-regeling | Stb 1990 221 (pdf) | 20588 | MvT (pdf) |