Invorderingswet 1990 (IW)


Artikel 65 1 Degene die opzettelijk een der feiten begaat, omschreven in artikel 64, eerste lid, onderdeel a of b, wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt ingevorderd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig ingevorderde belasting.
2 Degene die opzettelijk het feit begaat, omschreven in artikel 64, eerste lid, onderdeel c, wordt, indien het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt ingevorderd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste eenmaal het bedrag van de te weinig ingevorderde belasting.
3 Indien het feit, ter zake waarvan de verdachte kan worden vervolgd, zowel valt onder een van de strafbepalingen van het eerste of het tweede lid, als onder die van artikel 225, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, is strafvervolging op grond van genoemd artikel 225, tweede lid, uitgesloten.
4 Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in het eerste en tweede lid, in zijn beroep begaat, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2018 wijziging Stb 2017 518 (pdf) 34786 MvT (web) MvT (pdf)
01-04-2010 wijziging Stb 2009 245 (pdf) 31386 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2010 wijziging Stb 2009 609 (pdf) 32128 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-1998 wijziging Stb 1997 738 (pdf) 23470 MvT (pdf)
Stb 1997 737 (pdf) 24800 MvT (web) MvT (pdf)
01-06-1990 nieuwe-regeling Stb 1990 221 (pdf) 20588 MvT (pdf)