Artikel 3a 1 De ontvanger is mede belast met de invordering van de strafbeschikking.
2 Bij de invordering zijn de artikelen 4, 6, 9 tot en met 15, 17, 19, 20, 24, 25, 27 en 28 tot en met 30 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in afwijking van artikel 9, eerste lid, een geldboete invorderbaar is veertien dagen na de uitreiking in persoon of toezending van het afschrift van de strafbeschikking.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
01-07-2011 | nieuw | Stb 2006 330 (pdf) | 29849 | MvT (web) MvT (pdf) |
Stb 2008 262 (pdf) | 31404 | MvT (web) MvT (pdf) |