Invorderingswet 1990 (IW)


Artikel 20 1 In afwijking in zoverre van artikel 585, onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een dwangbevel of een vonnis strekkend tot betaling van schadevergoeding aan de ontvanger in verband met belastingschuld die niet is voldaan, bij rechterlijk vonnis ten uitvoer worden gelegd door lijfsdwang.
2 Met betrekking tot een dwangbevel dat is uitgevaardigd aan een lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, kan lijfsdwang worden toegepast ten aanzien van:
a. de bestuurder of vereffenaar van dat lichaam of, bij ontstentenis, ten aanzien van de laatst afgetreden of ontslagen bestuurder of vereffenaar; en
b. degene die het beleid van het lichaam heeft bepaald of mede heeft bepaald als ware hij bestuurder;
tenzij het niet aan hem te wijten is dat de belastingschuld niet is voldaan.
3 De artikelen 586 tot en met 600 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van overeenkomstige toepassing op de tenuitvoerlegging door lijfsdwang, bedoeld in het eerste lid.
4 De gerechtelijke procedure tot toepassing van lijfsdwang wordt gevoerd voor de rechtbank van het arrondissement waarbinnen het kantoor is gevestigd van de ontvanger die het dwangbevel of de dagvaarding strekkend tot betaling van schadevergoeding heeft uitgevaardigd.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
01-01-2016 wijziging Stb 2015 540 (pdf) 34305 MvT (web) MvT (pdf)
01-01-2002 wijziging Stb 2001 581 (pdf) 27824 MvT (web) MvT (pdf)
01-06-1990 nieuwe-regeling Stb 1990 221 (pdf) 20588 MvT (pdf)