Grondwet (GW)


Artikel 40 1 De Koning ontvangt jaarlijks ten laste van het Rijk uitkeringen naar regels bij de wet te stellen. Deze wet bepaalt aan welke andere leden van het koninklijk huis uitkeringen ten laste van het Rijk worden toegekend en regelt deze uitkeringen.
2 De door hen ontvangen uitkeringen ten laste van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrij van persoonlijke belastingen. Voorts is hetgeen de Koning of zijn vermoedelijke opvolger krachtens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het koninklijk huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking. Verdere vrijdom van belasting kan bij de wet worden verleend.
3 De kamers der Staten-Generaal kunnen voorstellen van in de vorige leden bedoelde wetten alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
nieuwe-regeling Stb 1815 45
21-12-2018 tekstplaatsing-wijziging Stb 2019 33 (pdf)
15-07-2008 tekstplaatsing-vernummering Stb 2008 348 (pdf)
11-10-2006 tekstplaatsing-vernummering Stb 2006 240 (pdf)
21-03-2002 tekstplaatsing-vernummering Stb 2002 200 (pdf)
18-06-1987 tekstplaatsing-wijziging Stb 1987 458 (pdf)
02-03-1983 wijziging Stb 1983 70 (pdf)
02-03-1983 tekstplaatsing-wijziging Stb 1983 70 (pdf)
29-06-1953 tekstplaatsing-wijziging Stb 1953 295 (pdf)
29-09-1948 tekstplaatsing-wijziging Stb 1948 I 425
06-03-1938 tekstplaatsing-wijziging Stb 1938 300
03-11-1923 tekstplaatsing-wijziging Stb 1922 736
06-12-1887 tekstplaatsing-wijziging Stb 1887 212
14-10-1848 wijziging Stb 1848 60