Grondwet (GW)


Artikel 37 1 Het koninklijk gezag wordt uitgeoefend door een regent:
a. zolang de Koning de leeftijd van achttien jaar niet heeft bereikt;
b. indien een nog niet geboren kind tot het koningschap geroepen kan zijn;
c. indien de Koning buiten staat is verklaard het koninklijk gezag uit te oefenen;
d. indien de Koning de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk heeft neergelegd;
e. zolang na het overlijden van de Koning of na diens afstand van het koningschap een opvolger ontbreekt.

2 De regent wordt benoemd bij de wet. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
3 In de gevallen, genoemd in het eerste lid onder c en d, is de nakomeling van de Koning die zijn vermoedelijke opvolger is, van rechtswege regent indien hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.
4 De regent zweert of belooft trouw aan de Grondwet en een getrouwe vervulling van zijn ambt, in een verenigde vergadering van de Staten-Generaal. De wet geeft nadere regels omtrent het regentschap en kan voorzien in de opvolging en de vervanging daarin. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
5 Op de regent zijn de artikelen 35 en 36 van overeenkomstige toepassing.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
21-12-2018 tekstplaatsing-wijziging Stb 2019 33 (pdf)
15-07-2008 tekstplaatsing-vernummering Stb 2008 348 (pdf)
11-10-2006 tekstplaatsing-vernummering Stb 2006 240 (pdf)
21-03-2002 tekstplaatsing-vernummering Stb 2002 200 (pdf)
18-06-1987 tekstplaatsing-wijziging Stb 1987 458 (pdf)
02-03-1983 wijziging Stb 1983 70 (pdf)
02-03-1983 tekstplaatsing-wijziging Stb 1983 70 (pdf)
29-06-1953 tekstplaatsing-wijziging Stb 1953 295 (pdf)
29-09-1948 tekstplaatsing-wijziging Stb 1948 I 425
06-03-1938 tekstplaatsing-wijziging Stb 1938 300
03-11-1923 tekstplaatsing-wijziging Stb 1922 736
06-12-1887 tekstplaatsing-wijziging Stb 1887 212