Artikel 15 1 Buiten de gevallen bij of krachtens de wet bepaald mag niemand zijn vrijheid worden ontnomen.
2 Hij aan wie anders dan op rechterlijk bevel zijn vrijheid is ontnomen, kan aan de rechter zijn invrijheidstelling verzoeken. Hij wordt in dat geval door de rechter gehoord binnen een bij de wet te bepalen termijn. De rechter gelast de onmiddellijke invrijheidstelling, indien hij de vrijheidsontneming onrechtmatig oordeelt.
3 De berechting van hem aan wie met het oog daarop zijn vrijheid is ontnomen, vindt binnen een redelijke termijn plaats.
4 Hij aan wie rechtmatig zijn vrijheid is ontnomen, kan worden beperkt in de uitoefening van grondrechten voor zover deze zich niet met de vrijheidsontneming verdraagt.
Wijzigingen
Datum | Betreft | Bekendmaking | Kamerdossier | Memorie van toelichting |
---|---|---|---|---|
21-12-2018 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 2019 33 (pdf) | ||
15-07-2008 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 2008 348 (pdf) | ||
11-10-2006 | tekstplaatsing-vernummering | Stb 2006 240 (pdf) | ||
21-03-2002 | tekstplaatsing-vernummering | Stb 2002 200 (pdf) | ||
18-06-1987 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1987 458 (pdf) | ||
02-03-1983 | wijziging | Stb 1983 70 (pdf) | ||
02-03-1983 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1983 70 (pdf) | ||
29-06-1953 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1953 295 (pdf) | ||
29-09-1948 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1948 I 425 | ||
06-03-1938 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1938 300 | ||
03-11-1923 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1922 736 | ||
13-12-1922 | vervallen | Stb 1922 642 | ||
06-12-1887 | tekstplaatsing-wijziging | Stb 1887 212 | ||
10-11-1887 | wijziging | Stb 1887 184 | ||
14-10-1848 | wijziging | Stb 1848 60 |