Gratiewet (Gratw)


Artikel 18 1 Wanneer gunstig op een verzoek om gratie is beschikt wordt een afschrift van het daartoe strekkende koninklijk besluit aan degene aan wie de straf of maatregel werd opgelegd uitgereikt en de verzoeker, zo deze een ander is, van de gratieverlening in kennis gesteld.
2 Wanneer het verzoek wordt afgewezen stelt Onze Minister degene aan wie de straf of maatregel werd opgelegd en de verzoeker, zo deze een ander is, daarvan onder opgaaf van redenen in kennis.
3 Wanneer gratie is verleend onder voorwaarden, wordt de inhoud van die voorwaarden aan de veroordeelde in persoon betekend en aan degene die met het verlenen van hulp en steun is belast schriftelijk medegedeeld. De inhoud van voorwaarden, gesteld ingevolge artikel 13, tweede lid, wordt tevens schriftelijk medegedeeld aan degene die zorg draagt voor de begeleiding van de tewerkgestelde veroordeelde.
Indien de voorwaardelijke gratieverlening een veroordeling betreft welke is uitgesproken met toepassing van de bijzondere strafbepalingen voor jeugdige personen, wordt de inhoud van de voorwaarden tevens ter kennis gebracht van degenen die het gezag over de veroordeelde uitoefenen alsmede van de raad voor de kinderbescherming. Van iedere aanvulling, wijziging of opheffing van de voorwaarden, dan wel van de herroeping van een koninklijk besluit waarbij gratie is verleend, wordt eveneens op deze wijze kennis gegeven.
4 Van de in de drie voorgaande leden van dit artikel bedoelde beschikkingen wordt een kennisgeving gezonden aan het gerecht dat omtrent het verzoekschrift heeft geadviseerd.
5 Van de in het eerste en derde lid bedoelde beschikkingen, die betrekking hebben op verzoekschriften om gratie terzake van straffen of maatregelen opgelegd bij:
a. rechterlijke beslissingen gegeven door een Nederlandse strafrechter, waarvan de tenuitvoerlegging aan een vreemde staat is overgedragen, of
b. rechterlijke beslissingen gegeven in een vreemde staat, waarvan de tenuitvoerlegging aan Nederland is overgedragen,
zendt Onze Minister tevens een kennisgeving aan de bevoegde autoriteit van die vreemde staat.