Gratiewet (Gratw)


Artikel 17 1 Indien de voorwaarden niet worden nageleefd, kan het koninklijk besluit waarbij gratie is verleend bij koninklijk besluit worden herroepen. Deze herroeping vindt niet plaats dan nadat de veroordeelde, alsmede, zo de veroordeling is uitgesproken met toepassing van de bijzondere strafbepalingen voor jeugdige personen, degenen die het gezag over hem uitoefenen, zo enigszins mogelijk door of vanwege het openbaar ministerie zijn gehoord en het van dat verhoor opgemaakte proces-verbaal aan Ons is overgelegd.
2 De verleende gratie kan worden herroepen tot uiterlijk drie maanden na het einde van de proeftijd of tot uiterlijk vier maanden na het verstrijken van de krachtens artikel 13, vierde lid, gestelde termijn of laatste termijn.
Niettemin kan, indien de veroordeelde terzake van een voor het einde van de proeftijd begaan strafbaar feit is vervolgd en onherroepelijk is strafbaar verklaard, alsnog terzake van het begaan van dat feit binnen drie maanden, nadat de strafbaarverklaring onherroepelijk is geworden, tot herroeping van de verleende gratie worden besloten.
3 Indien de in artikel 13, tweede lid, bedoelde voorwaarde slechts gedeeltelijk is nageleefd kan in geval van herroeping naar bevind van omstandigheden worden bepaald dat een deel van de straf zal worden tenuitvoergelegd.
4 In geval van herroeping wordt de geldsom teruggegeven, die ter voldoening aan een bij het herroepen besluit gestelde voorwaarde aan de Staat was betaald. Indien gedeeltelijke betaling heeft plaats gehad, kan nochtans bij de herroeping worden bepaald dat het gestorte bedrag niet wordt teruggeven, onder vermindering van de duur van de te ondergane vrijheidsstraf naar evenredigheid.