Gerechtsdeurwaarderswet (GDW)


Hoofdstuk VI

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders

Paragraaf 6

De verordeningen en andere besluiten van de KBvG

Artikel 80 1 Verordeningen worden slechts vastgesteld met betrekking tot onderwerpen waarvan deze wet regeling of nadere regeling bij verordening voorschrijft.
2 Verordeningen bevatten geen verplichtingen of voorschriften die niet strikt noodzakelijk zijn voor verwezenlijking van het doel dat met de verordening wordt beoogd en beperken niet onnodig de marktwerking.
3 Voorstellen van verordeningen worden aan de ledenraad gedaan door het bestuur of door ten minste vijf leden van de ledenraad. Alvorens een ontwerp-verordening bij de ledenraad in te dienen kan het bestuur de kamer voor gerechtsdeurwaarders uitnodigen haar oordeel kenbaar te maken.
4 De verordeningen van de KBvG zijn slechts verbindend voor haar leden en haar organen.
5 Een verordening kan aan het bestuur van de KBvG de bevoegdheid toekennen tot het geven van nadere regels betreffende het in de verordening behandelde onderwerp.

Artikel 81 Het voorstel van een verordening, wordt met een toelichting ten minste twee maanden vóór de dag waarop de ledenraad daarover beraadslaagt ter kennis gebracht van de leden van de KBvG. De algemene ledenvergadering brengt haar advies omtrent het voorstel ten minste drie weken vóór de dag waarop daarover wordt beraadslaagd ter kennis van de ledenraad.

Artikel 82 1 Een verordening behoeft de goedkeuring van Onze Minister. De goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
2 Een verordening wordt, nadat zij is goedgekeurd, door de zorg van het bestuur van de KBvG bekend gemaakt door plaatsing in de Staatscourant. De verordening verbindt niet dan nadat zij is bekend gemaakt. Zij treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede maand na die van de dag van de bekendmaking of zoveel eerder als zij zelf bepaalt, met dien verstande dat tussen de dag van de bekendmaking en die van de inwerkingtreding ten minste een termijn van tien dagen moet liggen.

Artikel 83 Besluiten van de ledenraad, van het bestuur of van andere organen van de KBvG, niet zijnde een verordening die op grond van artikel 82 rechtsgeldig tot stand is gekomen, kunnen bij koninklijk besluit worden vernietigd. Onverminderd artikel 10:39 van de Algemene wet bestuursrecht kan een besluit niet worden vernietigd, indien zes maanden zijn verstreken nadat het is bekend gemaakt.