Hoofdstuk VI
De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders
Paragraaf 5De geldmiddelen van de KBvG
Artikel 78 1 De KBvG draagt alle kosten die uit de uitvoering van de haar door deze wet opgedragen taken voortvloeien. De kosten die samenhangen met de uitoefening van het bij of krachtens deze wet geregelde toezicht en ten laste komen van de Staat worden door de KBvG vergoed aan de Staat. De KBvG vergoedt eveneens de kosten die samenhangen met de uitoefening van de bij of krachtens deze wet geregelde tuchtrechtspraak en ten laste komen van de Staat. Ter dekking van deze kosten kan zij van de leden jaarlijks bijdragen heffen. De algemene ledenvergadering stelt, op voorstel van het bestuur, de hoogte van de bijdragen voor het boekjaar vast. Het bedrag daarvan kan voor verschillende categorieën van leden verschillend zijn.2 Bij verordening kunnen regels worden gesteld over de doorberekening van de kosten die de KBvG maakt in verband met de uitoefening van toezicht en tuchtrechtspraak aan haar leden.
Artikel 79 1 Het boekjaar van de KBvG wordt vastgesteld door het bestuur. Vóór de aanvang van het boekjaar stelt de algemene ledenvergadering de begroting vast. Het bestuur dient daartoe een ontwerpbegroting in, vergezeld van de nodige toelichting en een advies van de ledenraad. Het ontwerp wordt door het bestuur, ten minste twee weken vóór de behandeling daarvan door de algemene ledenvergadering, op elektronische wijze bekendgemaakt.
2 Het bestuur wijst telkens voor elk boekjaar een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aan die is belast met de controle op de financiële verantwoording, bestaande uit een balans, een staat van baten en lasten en een toelichting. Deze brengt binnen drie maanden na afloop van het boekjaar daarover verslag uit aan het bestuur.
3 Binnen acht maanden na de afloop van het boekjaar legt het bestuur de financiële verantwoording met het daarover door de accountant uitgebrachte verslag aan de ledenraad over. De ledenraad brengt na onderzoek van deze stukken daarover verslag uit aan de algemene ledenvergadering.
4 De vaststelling van de financiële verantwoording door de algemene ledenvergadering houdt tevens in décharge van het bestuur terzake.