Gerechtsdeurwaarderswet (GDW)


Artikel 6 1 Het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 5, is zodanig opgesteld dat daaruit in ieder geval blijkt:
a. dat de verzoeker over voldoende financiƫle middelen beschikt om een kantoor te houden dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt; en
b. dat op redelijke gronden mag worden verwacht dat na drie jaren de praktijk kostendekkend kan worden uitgeoefend.
2 Over het ondernemingsplan wordt advies uitgebracht door een door Onze Minister te benoemen Commissie van deskundigen. De Commissie is bevoegd in verband met het onderzoek van het ondernemingsplan inlichtingen in te winnen bij de KBvG en het Bureau. Het advies wordt als bijlage bij het ondernemingsplan gevoegd.
3 Het secretariaat van de Commissie van deskundigen berust bij het Bureau.
4 Voor de advisering over het ondernemingsplan door de Commissie van deskundigen worden aan de verzoeker kosten in rekening gebracht.
5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent:
a. het ondernemingsplan;
b. de samenstelling en de werkwijze van de Commissie van deskundigen;
c. de wijze waarop de kosten van de advisering worden berekend.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
15-07-2001 nieuwe-regeling Stb 2001 70 (pdf) 22775 MvT (pdf)