Gerechtsdeurwaarderswet (GDW)


Artikel 53 1 Tegen een besluit tot ontslag als bedoeld in artikel 52, derde lid, kan de gerechtsdeurwaarder binnen één maand na dagtekening van het besluit, bij met redenen omkleed geschrift, in te dienen bij de secretaris van de kamer voor gerechtsdeurwaarders, beroep instellen bij de kamer voor gerechtsdeurwaarders, op grond dat dit onrechtmatig is verleend.
2 De secretaris van de kamer voor gerechtsdeurwaarders doet Onze Minister onverwijld een afschrift toekomen van het beroepschrift.
3 Op de behandeling van het beroepschrift zijn de artikelen 40, tweede en derde lid, 41 en 42 van toepassing. Hoofdstuk 6 van de Algemene wet bestuursrecht vindt geen toepassing.
4 De kamer voor gerechtsdeurwaarders verklaart het beroep niet-ontvankelijk, ongegrond of gegrond. Bij gegrondverklaring vernietigt zij het besluit waartegen het beroep was ingesteld. De beslissing van de kamer is met redenen omkleed.
5 De secretaris van de kamer voor gerechtsdeurwaarders stelt Onze Minister en de betrokken gerechtsdeurwaarder onverwijld in kennis van de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders.

Wijzigingen

Datum Betreft Bekendmaking Kamerdossier Memorie van toelichting
15-07-2001 nieuwe-regeling Stb 2001 70 (pdf) 22775 MvT (pdf)